Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. crime:


Dutch

Detailed Translations for crime from Dutch to English

crime:

crime [de ~] noun

  1. de crime
    the crime; the terror

Translation Matrix for crime:

NounRelated TranslationsOther Translations
crime crime criminaliteit; delict; halskwestie; halszaak; levenskwestie; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding; zaak van levensbelang; zeer belangrijke zaak
terror crime gruwel; iets wat afschuw opwekt; kwelduivel; paniek; plaaggeest; verschrikking