Dutch

Detailed Translations for departement from Dutch to English

departement:

departement [de ~] noun

  1. de departement (afdeling; detachement; sectie; tak)
    the department; the division; the section; the ward; the detachment; the brigade
    the branch
    – a division of some larger or more complex organization 1
    • branch [the ~] noun
      • a branch of Congress1
      • botany is a branch of biology1
      • the Germanic branch of Indo-European languages1
  2. de departement (bestuursregio)
    the department
  3. de departement (ministerie)
    the ministry; the department; the office
  4. de departement (rechtsgebied; jurisdictie)
    the jurisdiction; the department; the district of a judge; the province; the judical district

departement [de ~] noun

  1. de departement

Translation Matrix for departement:

NounRelated TranslationsOther Translations
branch afdeling; departement; detachement; sectie; tak agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak
brigade afdeling; departement; detachement; sectie; tak brigade
department afdeling; bestuursregio; departement; detachement; jurisdictie; ministerie; rechtsgebied; sectie; tak ambtsgebied; bestuursgebied; gebied; gewest; gordel; gouw; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; terrein; territorium; vakgroep; zone
detachment afdeling; departement; detachement; sectie; tak afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid
district of a judge departement; jurisdictie; rechtsgebied
division afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; aftakking; brigade; conflict; disharmonie; divisie; hoofdgroep; onenigheid; scheiding; scheuring; schisma; sectie; segregatie; splitsing; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verbreking; verdeeldheid; verdeling; vertakking; vete
judical district departement; jurisdictie; rechtsgebied
jurisdiction departement; jurisdictie; rechtsgebied arrondissement; jurisdictie; jurisdictiebevoegdheid; jurisprudentie; recht; rechtsbevoegdheid; rechtsgebied; rechtspleging; rechtspraak
ministry departement; ministerie ministerie
office departement; ministerie instantie; instelling; kantoor; kantoorgebouw; lichaam; organisatie
province departement; jurisdictie; rechtsgebied gebied; gewest; gouw; kerkprovincie; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek
section afdeling; departement; detachement; sectie; tak aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; brigade; brokje; component; deel; doorsnede; doorsnee; eindje; element; fractie; fragmentje; gedeelte; ingrediënt; klein stukje; onderdeel; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; rubriek; sectie; segment; snijding; snippertje; stuk; stukje
ward afdeling; departement; detachement; sectie; tak beschermeling; buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; jonge leerling; plein; protégé; pupil; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
VerbRelated TranslationsOther Translations
branch aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking
OtherRelated TranslationsOther Translations
department (France) departement

Related Words for "departement":


Wiktionary Translations for departement:

departement
noun
  1. government department