Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. flink aanpakken:


Dutch

Detailed Translations for flink aanpakken from Dutch to English

flink aanpakken:

flink aanpakken verb (pak flink aan, pakt flink aan, pakte flink aan, pakten flink aan, flink aangepakt)

  1. flink aanpakken (hard werken; aanpoten)
    to work hard; to step up
    • work hard verb (works hard, worked hard, working hard)
    • step up verb (steps up, stepped up, stepping up)
  2. flink aanpakken (grondig aanpakken; stevig aanpakken)
    to do thoroughly; to be up and doing

Conjugations for flink aanpakken:

o.t.t.
  1. pak flink aan
  2. pakt flink aan
  3. pakt flink aan
  4. pakken flink aan
  5. pakken flink aan
  6. pakken flink aan
o.v.t.
  1. pakte flink aan
  2. pakte flink aan
  3. pakte flink aan
  4. pakten flink aan
  5. pakten flink aan
  6. pakten flink aan
v.t.t.
  1. heb flink aangepakt
  2. hebt flink aangepakt
  3. heeft flink aangepakt
  4. hebben flink aangepakt
  5. hebben flink aangepakt
  6. hebben flink aangepakt
v.v.t.
  1. had flink aangepakt
  2. had flink aangepakt
  3. had flink aangepakt
  4. hadden flink aangepakt
  5. hadden flink aangepakt
  6. hadden flink aangepakt
o.t.t.t.
  1. zal flink aanpakken
  2. zult flink aanpakken
  3. zal flink aanpakken
  4. zullen flink aanpakken
  5. zullen flink aanpakken
  6. zullen flink aanpakken
o.v.t.t.
  1. zou flink aanpakken
  2. zou flink aanpakken
  3. zou flink aanpakken
  4. zouden flink aanpakken
  5. zouden flink aanpakken
  6. zouden flink aanpakken
en verder
  1. ben flink aangepakt
  2. bent flink aangepakt
  3. is flink aangepakt
  4. zijn flink aangepakt
  5. zijn flink aangepakt
  6. zijn flink aangepakt
diversen
  1. pak flink aan!
  2. pakt flink aan!
  3. flink aangepakt
  4. flink aanpakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for flink aanpakken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be up and doing flink aanpakken; grondig aanpakken; stevig aanpakken
do thoroughly flink aanpakken; grondig aanpakken; stevig aanpakken grondig te werk gaan
step up aanpoten; flink aanpakken; hard werken omhoogstappen
work hard aanpoten; flink aanpakken; hard werken aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven

Related Translations for flink aanpakken