Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kleedjes:
  2. kleedje:
  3. kleed:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kleedjes from Dutch to English

kleedjes:

kleedjes [znw.] noun

  1. kleedjes
    the frocks; the rugs

Translation Matrix for kleedjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
frocks kleedjes
rugs kleedjes

Related Words for "kleedjes":


kleedjes form of kleedje:

kleedje [het ~] noun

  1. het kleedje
    the frock; the rug

Translation Matrix for kleedje:

NounRelated TranslationsOther Translations
frock kleedje jurkje
rug kleedje karpet; kleed; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed

Related Words for "kleedje":


kleed:

kleed [de ~ (m)] noun

  1. de kleed
    the cloth; the carpet; the rug

Translation Matrix for kleed:

NounRelated TranslationsOther Translations
carpet kleed karpet; tapijt; tapijten; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed
cloth kleed beddenlaken; bekleding; clerus; doek; geestelijkheid; geweven stof; goed; kledingmateriaal; laken; lakens; lap; linnen; linnengoed; poetslap; schilderijdoek; stof; stoffeerderij; stoffering; stuk stof; tafelkleed; tafelkleedje; tafellaken; textiel; vaatdoek; weefsel; wollen weefsel
rug kleed karpet; kleedje; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cloth lakens; linnen; van laken

Related Words for "kleed":


Wiktionary Translations for kleed:

kleed
noun
  1. garment
  2. woven fabric
  3. long, loose outer garment