Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. linnengoed:


Dutch

Detailed Translations for linnengoed from Dutch to English

linnengoed:

linnengoed [het ~] noun

  1. het linnengoed (linnen)
    the linen; the cloth

Translation Matrix for linnengoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
cloth linnen; linnengoed beddenlaken; bekleding; clerus; doek; geestelijkheid; geweven stof; goed; kledingmateriaal; kleed; laken; lakens; lap; linnen; poetslap; schilderijdoek; stof; stoffeerderij; stoffering; stuk stof; tafelkleed; tafelkleedje; tafellaken; textiel; vaatdoek; weefsel; wollen weefsel
linen linnen; linnengoed beddelinnen; beddengoed; beddenlaken; laken; lakens; linnen; tafelkleed; tafelkleedje; tafellaken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cloth lakens; linnen; van laken
linen linnen