Dutch
Detailed Translations for schuim vormen from Dutch to English
schuim vormen:
-
schuim vormen (schuimen)
Conjugations for schuim vormen:
o.t.t.
- vorm schuim
- vormt schuim
- vormt schuim
- vormen schuim
- vormen schuim
- vormen schuim
o.v.t.
- vormde schuim
- vormde schuim
- vormde schuim
- vormden schuim
- vormden schuim
- vormden schuim
v.t.t.
- heb schuim gevormd
- hebt schuim gevormd
- heeft schuim gevormd
- hebben schuim gevormd
- hebben schuim gevormd
- hebben schuim gevormd
v.v.t.
- had schuim gevormd
- had schuim gevormd
- had schuim gevormd
- hadden schuim gevormd
- hadden schuim gevormd
- hadden schuim gevormd
o.t.t.t.
- zal schuim vormen
- zult schuim vormen
- zal schuim vormen
- zullen schuim vormen
- zullen schuim vormen
- zullen schuim vormen
o.v.t.t.
- zou schuim vormen
- zou schuim vormen
- zou schuim vormen
- zouden schuim vormen
- zouden schuim vormen
- zouden schuim vormen
en verder
- ben schuim gevormd
- bent schuim gevormd
- is schuim gevormd
- zijn schuim gevormd
- zijn schuim gevormd
- zijn schuim gevormd
diversen
- vorm schuim!
- vormt schuim!
- schuim gevormd
- schuimvormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schuim vormen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| foam | bruis; schuim | |
| froth | bruis | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| foam | schuim vormen; schuimen | |
| froth | schuim vormen; schuimen |