Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sector:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for sector from Dutch to English

sector:

sector [de ~ (m)] noun

  1. de sector
    the area; the territory

Translation Matrix for sector:

NounRelated TranslationsOther Translations
area sector buitenwijk; buurt; centrum; district; erf; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; grondgebied; handelswijk; landstreek; oord; plaats; plein; rayon; rayon van een bedrijf; regio; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; vlak; wijk; woonwijk; zone
territory sector district; gebied; gebiedsdeel; gordel; leefgebied; rayon; rayon van een bedrijf; regio; rijksdeel; rijksgedeelte; streek; terrein; territorium; zone

Related Words for "sector":

  • sectoren, sectors

Related Definitions for "sector":

  1. afdeling in de samenleving1
    • de economische sector doet het goed1

Wiktionary Translations for sector:

sector
noun
  1. een deel van een cirkel in de vorm van een taartpunt
  2. de kleinste eenheid van een harddisk die in één bewerking door een lees/schrijfkop kan verwerkt worden
sector
noun
  1. businesses of the same type

Cross Translation:
FromToVia
sector sector secteur — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for sector