Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. teneindelopen:


Dutch

Detailed Translations for teneindelopen from Dutch to English

teneindelopen:

teneindelopen verb

  1. teneindelopen (eindigen; aflopen)
    to turn out; to end; to land; to run down; to come to rest
    • turn out verb (turns out, turned out, turning out)
    • end verb (ends, ended, ending)
    • land verb (lands, landed, landing)
    • run down verb (runs down, ran down, running down)
    • come to rest verb (comes to rest, came to rest, coming to rest)

Translation Matrix for teneindelopen:

NounRelated TranslationsOther Translations
end afstand; beëindiging; distantie; einde; eindpunt; end; finale; slot; sluiting
land land; landmassa
VerbRelated TranslationsOther Translations
come to rest aflopen; eindigen; teneindelopen
end aflopen; eindigen; teneindelopen aankomen; afgrenzen; afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; begrenzen; belanden; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; finishen; geraken; gesprek beëindigen; halthouden; klaarkrijgen; klaarmaken; naar einde toewerken; ophouden; stoppen; ten einde lopen; terechtkomen; van grenzen voorzien; verzeilen; volbrengen; volmaken; voltooien
land aflopen; eindigen; teneindelopen afdalen; landen; naar beneden dalen; naar beneden komen; neerdalen; neerkomen; omlaagkomen; op de grond komen; op zijn pootjes terechtkomen; raken; terechtkomen; treffen
run down aflopen; eindigen; teneindelopen afkraken; afrennen; katten; kraken; kritiseren; omverlopen; uitwonen
turn out aflopen; eindigen; teneindelopen ontpoppen als; ophoesten; resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitdoen; uitdraaien; uitdraaien op iets; uitlopen; uitmonden; uitpakken; uitrukken; uitscheuren; voor de dag komen met