Dutch

Detailed Translations for misnoegen from Dutch to Spanish

misnoegen:

misnoegen [het ~] noun

  1. het misnoegen (irritatie; ergernis; aanstoot)
    la irritación
  2. het misnoegen (onbehagen; onvrede; onmin)
    el disgusto; la insatisfacción; el malestar; el descontento; la discordia; el desagrado; el incomodidad
  3. het misnoegen (onbehagen; onvrede; onaangenaamheid; ontevredenheid; onbehaaglijkheid)
    la incomodidad; la molestia; el malestar; el disgusto; el descontento; la desazón; la insatisfacción
  4. het misnoegen (ontevredenheid; ongenoegen)
    el descontento; el disgusto; la discordia; el desagrado; el abatimiento

Translation Matrix for misnoegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
abatimiento misnoegen; ongenoegen; ontevredenheid depressie; gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; verslagenheid; vertwijfeling; wanhoop; ziekelijke neerslachtigheid; zwaarmoedigheid
desagrado misnoegen; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede ontstemming
desazón misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede bekommernis; bezorgdheid; hartenleed; kommer; liefdesverdriet; minnepijn; ongerustheid; verontrusting; zorg
descontento misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede onenigheid; onmin; onvrede
discordia misnoegen; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede conflict; disharmonie; gespletenheid; onenigheid; onmin; onvrede; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
disgusto misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede afkeer; antipathie; aversie; boosheid; ergernis; gramschap; hartenleed; hekel; irritatie; leed; liefdesverdriet; minnepijn; pijn; tegenzin; verbolgenheid; weerzin; wrevel
incomodidad misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onmin; ontevredenheid; onvrede bedeesdheid; gegeneerdheid; geslotenheid; gêne; hinder; kwaal; last; moeite; ongemak; ongerief; overlast; schroom; schuwheid; slepende ziekte; soesa; stoornis; timiditeit; verlegenheid
insatisfacción misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onmin; ontevredenheid; onvrede
irritación aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen boosheid; ergernis; gegriefdheid; geprikkeldheid; geraaktheid; hinder; irritatie; knorrigheid; korzeligheid; kregelheid; lichtgeraaktheid; overlast; prikkelbaarheid; verstoordheid; wrevel
malestar misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onmin; ontevredenheid; onvrede
molestia misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede allegaartje; bemoeilijking; beslommering; breidel; ergernis; gedonderjaag; geharrewar; gelazer; geravot; gestoei; hinder; kwaal; last; mengelmoes; moeite; narigheid; ongemak; ongerief; overlast; samenraapsel; slepende ziekte; soesa; stoeierij; stoeipartij; stoornis; trammelant
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
discordia disharmonie; tweedracht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
descontento gebelgd; misnoegd; onbevredigd; ontevreden; onverzadigd; onvoldaan; verstoord

Wiktionary Translations for misnoegen:


Cross Translation:
FromToVia
misnoegen resentimiento resentment — anger or displeasure felt out of belief that others have engaged in wrongdoing or mistreatment; indignation.

Related Translations for misnoegen