Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nijverheid:
  2. nijver:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nijverheid from Dutch to Spanish

nijverheid:

nijverheid [de ~ (v)] noun

  1. de nijverheid (vlijt; ijverigheid; werklust; )
    la asiduidad; la obra; el afanoso; la actividad; el ardor; el entusiasmo; el ímpetu; la intensidad

Translation Matrix for nijverheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
actividad ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; ambacht; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; grote daad; inspanning; métier; prestatie; roerigheid; stiel; taak; vak; verrichting; voortvarendheid; werk; werken; werking; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
afanoso ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
ardor ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid aandrift; begeren; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; felheid; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; heftigheid; hevigheid; hitte; houtrot; instinct; intensiteit; kracht; lust; momentum; passie; pit; puf; seksuele begeerte; smachten; verlangen; vlam; voortgedreven vee; vuur; warmte; wensen; werklust; ziel; zucht
asiduidad ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
entusiasmo ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid aandrift; animo; belangstelling; betovering; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; extase; fascinatie; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; geestvervoering; gloed; interesse; kracht; krachtdadigheid; momentum; opgetogenheid; pit; puf; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering; vlam; voortvarendheid; vuur; werklust; zin
intensidad ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
obra ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid ambacht; arbeid; bezigheid; hobby; inspanning; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; opus; pennenvrucht; taak; vak; werk; werkzaamheid
ímpetu ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid elan; felheid; gedrevenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; onbeheerstheid; onbesuisdheid; overmoed; pit; roekeloosheid; vermetelheid; vlam; vuur; waaghalzerij
ModifierRelated TranslationsOther Translations
afanoso ambitieus; eerzuchtig; hoogvliegend; streverig; toegewijd

Related Words for "nijverheid":


Wiktionary Translations for nijverheid:

nijverheid
noun
  1. elk bedrijf waarbij grondstoffen worden verwerkt

Cross Translation:
FromToVia
nijverheid industria industry — businesses that produce goods

nijverheid form of nijver:


Translation Matrix for nijver:

NounRelated TranslationsOther Translations
activo actieve vorm; activa; activum; bedrijvende vorm
trabajador arbeider; arbeidskracht; werker; werkkracht; werkman; werknemer
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
activo actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezet; bezig; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; geagiteerd; krachtig; levendig; met een krachtige uitwerking; verhit; werkend; werkzaam
ModifierRelated TranslationsOther Translations
diligente actief; bedrijvig; bezig; nijver bedreven; consciëntieus; flink aanpakkend; gewetensvol; grif; grifweg; grondig; grondig aanpakkend; ijverig; krachtig; met een krachtige uitwerking; met gemak; met zorg; noest; onvermoeibaar; scrupuleus; stevig aanpakkend; vlijtig; vlot; zorgvuldig
hacendoso actief; bedrijvig; bezig; nijver
industrioso actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; bedrijvig; bezig; druk
trabajador actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; flink aanpakkend; grondig aanpakkend; noest; stevig aanpakkend

Related Words for "nijver":


Wiktionary Translations for nijver:


Cross Translation:
FromToVia
nijver asiduo assidu — propre|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
nijver laborioso laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.

Related Translations for nijverheid