Summary


Dutch

Detailed Translations for aan de dijk zetten from Dutch to Spanish

aan de dijk zetten:

aan de dijk zetten verb (zet aan de dijk, zette aan de dijk, zetten aan de dijk, aan de dijk gezet)

  1. aan de dijk zetten (van zijn positie verdrijven; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien)

Conjugations for aan de dijk zetten:

o.t.t.
  1. zet aan de dijk
  2. zet aan de dijk
  3. zet aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
o.v.t.
  1. zette aan de dijk
  2. zette aan de dijk
  3. zette aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
v.t.t.
  1. ben aan de dijk gezet
  2. bent aan de dijk gezet
  3. is aan de dijk gezet
  4. zijn aan de dijk gezet
  5. zijn aan de dijk gezet
  6. zijn aan de dijk gezet
v.v.t.
  1. was aan de dijk gezet
  2. was aan de dijk gezet
  3. was aan de dijk gezet
  4. waren aan de dijk gezet
  5. waren aan de dijk gezet
  6. waren aan de dijk gezet
o.t.t.t.
  1. zal aan de dijk zetten
  2. zult aan de dijk zetten
  3. zal aan de dijk zetten
  4. zullen aan de dijk zetten
  5. zullen aan de dijk zetten
  6. zullen aan de dijk zetten
o.v.t.t.
  1. zou aan de dijk zetten
  2. zou aan de dijk zetten
  3. zou aan de dijk zetten
  4. zouden aan de dijk zetten
  5. zouden aan de dijk zetten
  6. zouden aan de dijk zetten
en verder
  1. heb aan de dijk gezet
  2. hebt aan de dijk gezet
  3. heeft aan de dijk gezet
  4. hebben aan de dijk gezet
  5. hebben aan de dijk gezet
  6. hebben aan de dijk gezet
diversen
  1. zet aan de dijk!
  2. zet aan de dijk!
  3. aan de dijk gezet
  4. aan de dijk zettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan de dijk zetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
despedir afdanken; afschaffen; aftreding; ontslaan; uit de dienst ontslaan
VerbRelated TranslationsOther Translations
arrumbar aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
desechar aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; afschaffen; ecarteren; weggooien; wegsmijten
despedir aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; afwijzen; declameren; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; hoogdravend praten; opsturen; oreren; posten; sturen; toezenden; uitwuiven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
echar fuera aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
enseñarle la puerta a una aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
ser despedido aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven

Related Translations for aan de dijk zetten