Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. beslommering:


Dutch

Detailed Translations for beslommering from Dutch to Spanish

beslommering:

beslommering [de ~ (v)] noun

  1. de beslommering
    la molestia; la contrariedad; la quehaceres

Translation Matrix for beslommering:

NounRelated TranslationsOther Translations
contrariedad beslommering dwarsheid
molestia beslommering allegaartje; bemoeilijking; breidel; ergernis; gedonderjaag; geharrewar; gelazer; geravot; gestoei; hinder; kwaal; last; mengelmoes; misnoegen; moeite; narigheid; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongemak; ongerief; ontevredenheid; onvrede; overlast; samenraapsel; slepende ziekte; soesa; stoeierij; stoeipartij; stoornis; trammelant
quehaceres beslommering doen en laten

Related Words for "beslommering":

  • beslommeringen