Summary


Dutch

Detailed Translations for bouwterrein from Dutch to Spanish

bouwterrein:

bouwterrein [het ~] noun

  1. het bouwterrein (kavel; gebied; perceel; terrein)
    el campo; el terreno; la zona; la región; la parcela; la finca; el edificio; el campamento; el campo de concentración
  2. het bouwterrein (bouwgrond)
  3. het bouwterrein

Translation Matrix for bouwterrein:

NounRelated TranslationsOther Translations
campamento bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein gevecht; handgemeen; kamp; kampement; kloppartij; knokpartij; legering; legerkamp; legerplaats; matpartij; strijden; tentenkamp; vechtpartij
campo bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein akker; bouwland; emplacement; gevecht; gras; grasmat; grond; kamp; land; landschap; legerplaats; mat; platteland; rayon; rayon van een bedrijf; strijd; veld; worsteling
campo de concentración bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein concentratiekamp; gevecht; kamp; legerplaats; strijd; worsteling
edificio bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwsel; bouwwerk; gebouw; pand
finca bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein boerderij; boerenerf; boerenhoeve; boerenhofstede; bouwsel; bouwwerk; buitenhuis; buitenverblijf; erf; gebouw; heem; hoeve; hof; landhuis; pand
parcela bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwwerk; gebouw; gevecht; kamp; pand; perceel; strijd; worsteling
región bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein aardigheidje; cacheregio; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; hoek; kanton; landstreek; oord; plaats; presentje; provincie; rayon; regio; ressort; rijksdeel; streek; terrein; territorium; zone
solar bouwgrond; bouwterrein bouwwerk; gebouw; pand
terreno bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; district; emplacement; gebiedsdeel; grond; stuk land; veld
terreno de construcción bouwgrond; bouwterrein bouwwerk; gebouw; pand
terreno edificable bouwgrond; bouwterrein bouwwerk; gebouw; pand
zona bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein aardigheidje; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; hoek; kanton; landstreek; leefgebied; locatie; oord; plaats; plek; presentje; regio; rijksdeel; streek; terrein; territorium; zone; zône
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
solar zonne-

Related Words for "bouwterrein":

  • bouwterreinen

Wiktionary Translations for bouwterrein:

bouwterrein
noun
  1. een terrein waarop gebouwd wordt of kan worden

Cross Translation:
FromToVia
bouwterrein obras Baustelle — Ort, an dem etwas errichtet wird