Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. een por geven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for een por geven from Dutch to Spanish

een por geven:

een por geven verb

  1. een por geven (porren; stoten)

Translation Matrix for een por geven:

NounRelated TranslationsOther Translations
empujar aanstoten; porren
VerbRelated TranslationsOther Translations
chocar een por geven; porren; stoten aanrijden; belasteren; botsen; bruuskeren; ineenslaan; kapotrijden; kletteren; klingelen; kwaadspreken; lasteren; onheus bejegenen; op elkaar botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; ophoesten; rammelen; rinkelen; smaden; stoten op; tegen elkaar slaan; tingelen; tinkelen; voor de dag komen met
empujar een por geven; porren; stoten aanduwen; aanjagen; aansporen; aanzetten; aanzwiepen; doordouwen; doorzetten; dringen; duwen; iemand van de plaats dringen; indrukken; induwen; motiveren; opdrijven; opduwen; opendrukken; openstoten; opjutten; opzwepen; porren; sterk prikkelen; verdringen; voortbewegen; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; vooruitduwen; wegjagen
hurgar een por geven; porren; stoten aanjagen; aansporen; doorwroeten; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; klauteren; lospeuteren; losplukken; motiveren; opjutten; peuteren; porren; pulken; rommelen; snuffelen; snuffelen aan; wroetend onderzoeken
toparse een por geven; porren; stoten

Wiktionary Translations for een por geven:


Cross Translation:
FromToVia
een por geven clavar; empujar; ligeramente stupsen — (umgangssprachlich) (transitiv) jemanden leicht anstoßen; mit dem Ellenbogen schubsen, um etwas zu signalisieren

Related Translations for een por geven