Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. een voorsprong hebben:


Dutch

Detailed Translations for een voorsprong hebben from Dutch to Spanish

een voorsprong hebben:

een voorsprong hebben verb

  1. een voorsprong hebben (voorliggen)

Translation Matrix for een voorsprong hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
llevar una ventaja een voorsprong hebben; voorliggen
preceder een voorsprong hebben; voorliggen aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; iemand voorgaan; leiden; leidinggeven; vooruitgaan

Related Translations for een voorsprong hebben