Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. eerstdaags:


Dutch

Detailed Translations for eerstdaags from Dutch to Spanish

eerstdaags:


Translation Matrix for eerstdaags:

NounRelated TranslationsOther Translations
rápido exprestrein; sneltrein
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dentro de poco dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra afzienbaar; alras; binnenkort; rap; snel; vlot; vlug
en seguida dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra dadelijk; direct; directe; gauw; gelijk; gelijktijdig; gezwind; haastig; ijlings; later; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; prompt; straks; subiet; tegelijk; tegelijkertijd; terstond; zo meteen; zometeen
pronto dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra abrupt; af; afgedaan; afgelopen; alras; directe; eensklaps; gauw; gereed; geëindigd; grif; grifweg; haastig; ijlings; ineens; klaar; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; over; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; straks; uit; vlot; vlug; voltooid; voorbij; vroeg; vroegtijdig; weldra; zometeen
rápidamente dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra aanstonds; direct; directe; dringend; flitsend; gauw; grif; grifweg; haastig; hip; ijlings; klemmend; met gemak; met spoed; onverwijld; rap; snel; spoedeisend; terstond; trendy; urgent; vlot; vlug
rápido dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra dringend; flitsend; gauw; grif; grifweg; haastig; hip; ijlings; klemmend; met gemak; met spoed; rap; snel; snelzeilend; spoedeisend; trendy; urgent; vingervlug; vlot; vlug