Dutch

Detailed Translations for fatsoenlijkheid from Dutch to Spanish

fatsoenlijkheid:

fatsoenlijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de fatsoenlijkheid (keurigheid; gepastheid; fatsoen; )
    la distinción; la consideración; el primor; la conveniencia; la delicadeza; la decencia; la pulcritud
  2. de fatsoenlijkheid (fatsoen; welvoeglijkheid; betamelijkheid; welgemanierdheid)
    la decencia; el orden; la cortesía; la distinción; la honradez; la elegancia; la exquisitez; la respetabilidad; la honorabilidad; la jovialidad
  3. de fatsoenlijkheid (welgemanierdheid; beleefdheid; decorum; )
    la cortesía; la conveniencia; el orden; la elegancia; el buenos modales; el buen humor; la jovialidad; la galantería; la alegría apacible; el genio festivo; la buena educación

Translation Matrix for fatsoenlijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
alegría apacible beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid
buen humor beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; lol; openhartigheid; openheid; opgewektheid; oprechtheid; plezier; pretmakerij; rondborstigheid; rondheid; vrolijkheid
buena educación beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid
buenos modales beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid
consideración eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid afwegen; afweging; barmhartigheid; beschouwing; bespiegeling; clementie; compassie; consideratie; emotionaliteit; gevoeligheid; gevoeligheid mbt het betamelijke; goedertierenheid; inschikkelijkheid; kiesheid; mededogen; mildheid; observatie; overdenking; overdenking met commentaar; overwegen; overweging; toegeeflijkheid; toegevendheid; welwillendheid
conveniencia beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; gevoeglijkheid; keurigheid; kiesheid; netheid; welgemanierdheid baat; begeerlijkheid; geschiktheid; gewin; keurigheid; netheid; nut; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; profijt; properheid; raadzaamheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid; verleidelijkheid; voegzaamheid; waarde; wenselijkheid; winst
cortesía beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid aardigheid; beleefdheid; betamelijkheid; correctheid; fatsoensnormen; hoofsheid; urbaniteit; vriendelijkheid
decencia betamelijkheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid beleefdheid; betamelijkheid; braafheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; fatsoensnormen; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid; voegzaamheid
delicadeza eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid emotionaliteit; fijngevoeligheid; fijnzinnigheid; gevoeligheid; gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid; kleinzerigheid; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; tact; teergevoeligheid
distinción betamelijkheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid bepaaldheid; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; gedragenheid; kenteken; maken van onderscheid; merkteken; onderscheid; onderscheiding; onderscheidingsteken; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordeteken; plechtigheid; plechtstatigheid; rondborstigheid; rondheid; statigheid; verschil; verschillendheid; voornaamheid; vormelijkheid; welgemanierdheid
elegancia beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid bekoorlijkheid; bevalligheid; deftigheid; distinctie; elegance; elegantie; finesse; gedistingeerdheid; gedragenheid; genade; goedertierenheid; gratie; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; plechtigheid; plechtstatigheid; properheid; rondborstigheid; rondheid; sierlijkheid; smetteloosheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid; welgemanierdheid
exquisitez betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid gelukzaligheid; heerlijkheid; keurigheid; kostelijkheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid
galantería beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid aardigheid; vriendelijkheid
genio festivo beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; lol; openhartigheid; openheid; opgewektheid; oprechtheid; plezier; pretmakerij; rondborstigheid; rondheid; vrolijkheid
honorabilidad betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid braafheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid
honradez betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid clementie; compassie; deugd; eerlijkheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; keurigheid; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; welwillendheid
jovialidad beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; hartelijkheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; opgewektheid; oprechtheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid; vriendelijkheid; vrolijkheid
orden beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid aaneenschakeling; aanschrijving; aanwijzing; aanzegging; allegaartje; bestel; bevel; commando; dienstorder; discipline; dwang; gehoorzaamheid; gelazer; gelid; instructie; kennisgeving; keten; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; opbouw; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; properheid; reeks; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; samenstelling; serie; smetteloosheid; structuur; systeem; trammelant; tucht; verordening; voorschrift
primor eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid
pulcritud eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid
respetabilidad betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid aanzien; achtbaarheid; achtenswaardigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; prestige; rondborstigheid; rondheid; status
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
orden z-volgorde

Related Words for "fatsoenlijkheid":


fatsoenlijk:


Translation Matrix for fatsoenlijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
civilizado beschaafde
culto aanbidden; beschaafde; confessie; cultus; eerbied; eerbiedigen; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; godsdienst; godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid; godsverering; religie; verering; verheerlijking; verheffen
honesto eerlijke; rechtschapene
honrado eerlijke; rechtschapene
regular afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
regular afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- behoorlijk; beleefd; keurig
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- netjes
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bien arreglado fatsoenlijk; netjes; ordentelijk correct; keurig; netjes; onberispelijk; onbesproken; opgeruimd; ordelijk; schoon
bien educado beschaafd; fatsoenlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed beleefd; beschaafd; deugdzaam; eerzaam; gemanierd; goed opgevoed; voorkomend; wellevend; welopgevoed; zedig
bien ordenado fatsoenlijk; netjes; ordentelijk goed geordend; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; schoon; sec; welgeordend; zindelijk
civilizado beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
correcto beschaafd; fatsoenlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed chic; correct; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; elegant; esthetisch; fair; foutloos; gepast; goed; juist; keurig; modieuze verfijning; netjes; netto; onbelast; onberispelijk; onbesproken; onvermengd; onversneden; open; oprecht; perfect; precies; puur; rechtschapen; sec; smaakvol; stijlvol; terdege; verfijnd; volmaakt; wel degelijk; zedig; zuiver
culto beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed alcoholisch; beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; geestrijk; geleerd; geschoold; onderwezen; ontwikkeld; rijk aan alcohol
decente beschaafd; decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk betamelijk; correct; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwekkend; eerlijk; eerzaam; fair; gepast; geschikt; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; kies; kuis; maagdelijk; netjes; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; proper; puur; rein; respectabel; schoon; sec; tof; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig; zindelijk; zuiver
decentemente fatsoenlijk; netjes; ordentelijk eerbaar; eerzaam; keurig; kies; proper; respectabel; schoon; sec; zindelijk
digno fatsoenlijk; netjes; ordentelijk aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; deugdzaam; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwaardig; eerzaam; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hoogverheven; illuster; keurig; kies; menswaardig; plechtig; plechtstatig; respectabel; statig; verheven; volwaardig; voornaam; waardig; zedig; zeer plechtig
educado beschaafd; fatsoenlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed coöperatief; deugdzaam; eerzaam; medewerkend; op een aardige manier; vriendelijk; welwillend; zedig
en orden fatsoenlijk; netjes; ordentelijk gaaf; heel; intact; op orde
honesto fatsoenlijk; netjes; ordentelijk betamelijk; betrouwbaar; braaf; braafjes; degelijk; degelijke; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; gedegen; geschikt; in hart en nieren; integer; keurig; kies; kuis; net; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rein; respectabel; rondborstig; schoon; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
honrado fatsoenlijk; netjes; ordentelijk braaf; contemplatief; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; getrouw; keurig; kies; loyaal; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; respectabel; rondborstig; trouw; trouwhartig; zedig
impecable fatsoenlijk; netjes; ordentelijk bacteriënvrij; brandhelder; brandschoon; correct; exact; feilloos; foutloos; gaaf; gelikt; haarfijn; keurig; kiemvrij; kraakhelder; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; picobello; piekfijn; precies; puntgaaf; ragfijn; smetteloos; tiptop; vlekkeloos; vrij van ziektekiemen; zuiver
impecablemente fatsoenlijk; netjes; ordentelijk correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
limpio fatsoenlijk; netjes; ordentelijk gekuist; gereinigd; hygienisch; keurig; kuis; net; netjes; onbesmet; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; onversneden; proper; pure; rein; schoon; sec; vlekkeloos; zindelijk; zorgvuldig; zuiver; zuivere
metódico fatsoenlijk; netjes; ordentelijk geregeld; met vast ritme; methodisch; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch
ordenado fatsoenlijk; netjes; ordentelijk geordend; geselecteerd; goed geordend; methodisch; opgeruimd; ordelijk gemaakt; planmatig; proper; schoon; sec; stelselmatig; systematisch; uitgekozen; uitgezocht; welgeordend; zindelijk
presentable fatsoenlijk; netjes; ordentelijk eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; indrukwekkend; keurig; kies; respectabel; toonbaar; vertoonbaar
pulcramente fatsoenlijk; netjes; ordentelijk correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
pulcro fatsoenlijk; netjes; ordentelijk correct; keurig; kuis; maagdelijk; net; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schoon; sec; zuiver
razonable fatsoenlijk; netjes; ordentelijk bedachtzaam; billijk; correct; doordacht; geschikt; nadenkend; pienter; raadzaam; redelijk; reëel; schappelijk; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
regulado fatsoenlijk; netjes; ordentelijk geregeld; goed geordend; met vast ritme; methodisch; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch; welgeordend
regular fatsoenlijk; netjes; ordentelijk dikwijls; doorsnee; frequent; gemiddeld; geregeld; goed geordend; matig; medium; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; welgeordend; zwak; zwakjes
respetable fatsoenlijk; netjes; ordentelijk achtbaar; achtenswaardig; befaamd; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwaardig; eerzaam; geacht; hooggeacht; hooggeplaatst; hooggezeten; hooggeëerd; keurig; kies; kuis; prominent; respectabel; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zedig
sistemático fatsoenlijk; netjes; ordentelijk geregeld; met vast ritme; methodisch; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch

Related Words for "fatsoenlijk":

  • fatsoenlijkheid, fatsoenlijker, fatsoenlijkere, fatsoenlijkst, fatsoenlijkste, fatsoenlijke

Synonyms for "fatsoenlijk":


Related Definitions for "fatsoenlijk":

  1. met goede manieren, zoals het hoort1
    • hij gedraagt zich altijd fatsoenlijk1
  2. goed1
    • je kunt er geen fatsoenlijke koffie krijgen1

Wiktionary Translations for fatsoenlijk:


Cross Translation:
FromToVia
fatsoenlijk noble noble — having honorable qualities
fatsoenlijk acomodado; adecuado; útil; utilizable; oportuno; cómodo; conveniente; decente convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
fatsoenlijk leal; honrado honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.