Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hard worden:


Dutch

Detailed Translations for hard worden from Dutch to Spanish

hard worden:

hard worden verb (word hard, wordt hard, werd hard, werden hard, hard geworden)

  1. hard worden (verharden)

Conjugations for hard worden:

o.t.t.
  1. word hard
  2. wordt hard
  3. wordt hard
  4. worden hard
  5. worden hard
  6. worden hard
o.v.t.
  1. werd hard
  2. werd hard
  3. werd hard
  4. werden hard
  5. werden hard
  6. werden hard
v.t.t.
  1. ben hard geworden
  2. bent hard geworden
  3. is hard geworden
  4. zijn hard geworden
  5. zijn hard geworden
  6. zijn hard geworden
v.v.t.
  1. was hard geworden
  2. was hard geworden
  3. was hard geworden
  4. waren hard geworden
  5. waren hard geworden
  6. waren hard geworden
o.t.t.t.
  1. zal hard worden
  2. zult hard worden
  3. zal hard worden
  4. zullen hard worden
  5. zullen hard worden
  6. zullen hard worden
o.v.t.t.
  1. zou hard worden
  2. zou hard worden
  3. zou hard worden
  4. zouden hard worden
  5. zouden hard worden
  6. zouden hard worden
diversen
  1. word hard!
  2. wordt hard!
  3. hard geworden
  4. hard wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hard worden:

NounRelated TranslationsOther Translations
endurecer bestand maken tegen; harden; stalen; verharden
VerbRelated TranslationsOther Translations
endurecer hard worden; verharden harden; stalen; uitharden
endurecerse hard worden; verharden kazen; opstijven

Related Translations for hard worden