Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. iemand treffen:


Dutch

Detailed Translations for iemand treffen from Dutch to Spanish

iemand treffen:

iemand treffen verb

  1. iemand treffen (iemand raken)

Translation Matrix for iemand treffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
golpear bekloppen
tomar beetnemen; beetpakken; greep; vastpakken
VerbRelated TranslationsOther Translations
azotar iemand raken; iemand treffen afranselen; beroeren; iemand toetakelen; knuppelen; raken; treffen
batir iemand raken; iemand treffen beroeren; inkloppen; klutsen; knuppelen; raken; ranselen; roeren; treffen
comer un peón iemand raken; iemand treffen beroeren; raken; treffen
dar golpes iemand raken; iemand treffen aankloppen; aantikken; beroeren; beuken; bomen kappen; een klap geven; hakken; houwen; kappen; kloppen; omhakken; raken; rammen; slaan; tikken; treffen; vellen
golpear iemand raken; iemand treffen aankloppen; aantikken; beroeren; beuken; bonken; bonzen; een klap geven; hameren; hard slaan; heien; hengsten; ineenslaan; inkloppen; klepperen; kletteren; kloppen; luiden; meppen; raken; rammelen; rammen; slaan; tegen elkaar slaan; tikken; timmeren; treffen
pegar iemand raken; iemand treffen aan elkaar bevestigen; aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aaneen plakken; aaneenplakken; aanhechten; aankleven; aanlijmen; afbedelen; afranselen; beplakken; beroeren; bevestigen; bonken; hameren; hechten; heien; iemand toetakelen; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; raken; rammen; samenplakken; slaan; treffen; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastmaken; vastplakken
tomar iemand raken; iemand treffen aanpakken; aanvatten; aanwenden; annexeren; belopen; benutten; beroeren; betrappen; betreden; bewandelen; binden; binnenkrijgen; boeien; consumeren; controleren; dineren; doorslikken; eten; examineren; gebruik maken van; gebruiken; halen; inlijven; inslikken; inspecteren; ketenen; keuren; kluisteren; obsederen; opeten; opslokken; opvreten; overnemen; pakken; raken; schouwen; slikken; snappen; tafelen; te voet afleggen; toepassen; treffen; uitgebreid eten; verbruiken; vreten; zwelgen

Related Translations for iemand treffen