Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. navolging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for navolging from Dutch to Spanish

navolging:

navolging adj

  1. navolging (namaak)

navolging [de ~ (v)] noun

  1. de navolging (iemand nadoen; imitatie; nabootsing)
    la imitación; la copia

Translation Matrix for navolging:

NounRelated TranslationsOther Translations
copia iemand nadoen; imitatie; nabootsing; navolging afdruk; copie; drom; duplicaat; falsificatie; horde; imitatie; kopie; kudde; massa; nabootsing; namaak; nep; overdruk; print; schaar; schare; troep; vervalsing
imitación iemand nadoen; imitatie; nabootsing; navolging duplicaat; falsificatie; imitatie; kopie; nabootsing; namaak; nep; uitbeelding; verkleding; vermomming; verpersonificatie; vertolking; vervalsing
ModifierRelated TranslationsOther Translations
imitación namaak; navolging

Related Words for "navolging":

  • navolgingen

Wiktionary Translations for navolging:


Cross Translation:
FromToVia
navolging imitación imitation — act of imitating