Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onkosten:


Dutch

Detailed Translations for onkosten from Dutch to Spanish

onkosten:

onkosten [de ~] noun, plural

  1. de onkosten (kosten; uitgaven; kost; uitgaaf)
    el gastos
  2. de onkosten
    el gasto

Translation Matrix for onkosten:

NounRelated TranslationsOther Translations
gasto onkosten besteding; gelduitgave; toeslag; uitgaaf; uitgave; uitgaven
gastos kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven belasting; besteding; eerbewijs; gelduitgave; heffing; kosten; leges; prijs; spijsverteringen; uitgaaf; uitgave; verteringen