Dutch

Detailed Translations for scherp from Dutch to Spanish

scherp:

scherp adj

  1. scherp (messcherp)
  2. scherp (scherpgerand)
  3. scherp (vinnig; vlijmend; hanig; )
  4. scherp (spits; puntig)
  5. scherp (schel; schril; hoog; hard; snerpend)
  6. scherp (scherp van smaak; heet; pikant)
  7. scherp (schel klinkend; doordringend; indringend)
  8. scherp (vlijmscherp; vlijmend)
  9. scherp (bijtend; gemeen; fel; doordringend)

Translation Matrix for scherp:

NounRelated TranslationsOther Translations
chillón brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
fuerte citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
listo genie; geniekorps
tieso erectie; stijve
torpe boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; ongelikte beer; proleet; vlegel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- gepeperd
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
torpe klungelig; links
ModifierRelated TranslationsOther Translations
acerado scherp; vlijmend; vlijmscherp verstaald
acre doordringend; fel; hanig; indringend; pinnig; schel klinkend; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp bitter teleurgesteld; felle; gevat; meedogenloos; puntig; scherp gepunt; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; verbitterd; wreed
adusto scherp; vlijmend; vlijmscherp eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
afilado scherp; scherpgerand; vlijmend; vlijmscherp achterbaks; adrem; afgeslepen; arglistig; behendig; bekwaam; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; gepolijst; geraffineerd; gescherpt; geslepen; gevat; gewiekst; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; handig; kien; kundig; leep; link; listig; loos; pienter; puntig; raak; scherp gepunt; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; zoekgeraakt
afrentoso scherp; vlijmend; vlijmscherp aanstootgevend; aanstotelijk
agresivo fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend aanvallend; agressief; bits; bitter teleurgesteld; felle; gebeten; gewelddadig; kattig; meedogenloos; offensief; onderdrukt; opgekropt; pinnig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; wreed
agrio doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter; chagrijnig; galachtig; knorrig; korzelig; nors; nurks; puntig; scherp gepunt; wrangig; zuur
agudo doordringend; hard; hoog; indringend; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; vlijmend; vlijmscherp acuut; adrem; behendig; beklemmend; bekwaam; bijdehand; bitter teleurgesteld; clever; felle; gevat; handig; intelligent; intens; intensief; kien; knellend; kundig; met een scherp oog; nauwlettend; nijpend; pienter; puntig; raak; scherp gepunt; scherpklinkend; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verbitterd
aguijoneador scherp; vlijmend; vlijmscherp
anquilosado scherp; vlijmend; vlijmscherp
apretado scherp; vlijmend; vlijmscherp bekrompen; benepen; eng; gevat; in het nauw; kleingeestig; kleinzielig; klemmend; klemzittend; knellend; meedogenloos; nauw; nauwsluitend; scherpzinnig; schrander; slim; smal; smalletjes; snedig; strak; uitgeslapen; van geringe breedte; wreed
arisco scherp; vlijmend; vlijmscherp bokkig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
astuto puntig; scherp; spits achterbaks; adrem; arglistig; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; effen; egaal; gehaaid; gelijk; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; glad; gluiperig; goochem; ijdel; kien; leeg; leep; link; listig; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; pienter; plat; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; stiekem; strak; uitgekookt; uitgeslapen; van één kleur; vernuftig; vlak; vlakuit
austero scherp; vlijmend; vlijmscherp eenvoudig; houterig; ingetogen; matig; onbuigzaam; onverzettelijk; sober; star; stemmig; stemmingsvol; stijf; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; taai; verstard
brusco fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend abrupt; agressief; bits; bitter teleurgesteld; bot; bruusk; eensklaps; felle; gewelddadig; hard; hardhandig; ineens; kattig; kortaf; korzelig; meedogenloos; nors; onderdrukt; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvriendelijk; onzacht; opeens; opgekropt; pinnig; plots; plotseling; plotsklaps; ruw; schielijk; snauwend; snauwerig; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; wreed; wrevelig; zonder omhaal
ceñido scherp; vlijmend; vlijmscherp strak; strakgespannen
chillón doordringend; indringend; schel klinkend; scherp; vlijmend; vlijmscherp agressief; bitter teleurgesteld; felgekleurd; felle; gewelddadig; krijserig; op afgebeten toon; schreeuwerig; schril; snijdend; verbitterd
con insistencia doordringend; indringend; schel klinkend; scherp klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
con énfasis doordringend; indringend; schel klinkend; scherp klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
concentrado en messcherp; scherp gericht
condimentado heet; pikant; scherp; scherp van smaak gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig
cortante scherp; scherpgerand; vlijmend; vlijmscherp behendig; bekwaam; bijtende; bitter teleurgesteld; clever; felle; gevat; handig; kien; kundig; onderdrukt; opgekropt; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; verbeten; verbitterd; verkropt
cáustico bijtend; doordringend; fel; gemeen; scherp; vlijmend; vlijmscherp bijtend; bijtende; bits; bitter teleurgesteld; felle; gierig; inbijtend; inhalig; invretend; inwerkend; kattig; krenterig; met sarcasme; onderdrukt; opgekropt; pinnig; sarcastisch; schraperig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vrekkig
de canto afilado scherp; scherpgerand
deslumbrante doordringend; indringend; schel klinkend; scherp oogverblindend; schitterend; verblindend
duro doordringend; indringend; schel klinkend; scherp agressief; direct; eigenwijs; eigenzinnig; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; gewelddadig; hard; hardhandig; hardhoofdig; hardop; hardvochtig; harteloos; lastig; liefdeloos; luid; meedogenloos; moeilijk; niet makkelijk; onbarmhartig; onbuigzaam; ongemakkelijk; ongenadig; ongevoelig; ongezouten; onverzettelijk; onzacht; ruw; stijfjes; stijfkoppig; stug; taai; volhoudend; week; zielloos; zwaar; zwak
encarnizado doordringend; indringend; schel klinkend; scherp; vlijmend; vlijmscherp bitter teleurgesteld; felle; grimmig; heftig; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; verbeten; verbitterd; verkropt
envarado scherp; vlijmend; vlijmscherp star; strak; verstard
espabilado scherp; vlijmend; vlijmscherp arglistig; behendig; bekwaam; doortrapt; gehaaid; geniaal; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; handig; kundig; leep; link; listig; slinks; sluw; snedig; uitgeslapen; vaardig; vernuftig
especializado en messcherp; scherp gericht
estirado scherp; vlijmend; vlijmscherp aanmatigend; arrogant; gestrekt; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; star; strak; strakgespannen; uit de hoogte; uitgerekt; verstard; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
estridente doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter teleurgesteld; felle; grimmig; heftig; krijserig; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; opzichtig; protserig; scherpklinkend; schreeuwerig; verbeten; verbitterd; verkropt
fijo scherp; vlijmend; vlijmscherp hecht; onbuigzaam; onverzettelijk; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard
fuerte doordringend; hard; hoog; indringend; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
hiriente scherp; vlijmend; vlijmscherp aanstootgevend; aanstotelijk; grievend; krenkend; kwetsend; stekend
hirsuto scherp; vlijmend; vlijmscherp eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
hosco scherp; vlijmend; vlijmscherp beklagend; bokkig; chagrijnig; eigenwijs; eigenzinnig; gemelijk; hardhoofdig; humeurig; knorrig; korzelig; negatief; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; sikkeneurig; slecht gehumeurd; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard; zeurderig
intenso doordringend; indringend; schel klinkend; scherp beslist; besluitvaardig; bezet; bitter teleurgesteld; diep; diepgevoeld; druk; drukbezet; felle; gedecideerd; grimmig; heftig; hevig; innig; intens; intensief; kordaat; nijpend; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; resoluut; smartelijk; vastberaden; verbeten; verbitterd; verkropt
liso scherp; vlijmend; vlijmscherp bedaard; gelijkmoedig; glad neerliggend; kaal; kalm; kalmpjes; onbehaard; onbewogen; onderkoeld; rimpelloos; rustig; sereen; sluik; zonder haar
listo puntig; scherp; spits aantrekkelijke; achterbaks; adrem; af; afgedaan; afgelopen; arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; bereid; berekenend; beëindigd; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; doortrapt; gedaan; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; gepakt; gepleegd; gepolijst; geraffineerd; gereed; geslepen; gevat; gewiekst; geëindigd; gis; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; goochem; handig; ingenieus; intelligent; kien; klaar; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; over; paraat; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uit; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; volbracht; voltooid; voorbij
mordaz bijtend; doordringend; fel; gemeen; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp bijtende; bitter teleurgesteld; felle; grimmig; met sarcasme; onderdrukt; opgekropt; sarcastisch; verbeten; verbitterd; verkropt
muy afilado scherp; vlijmend; vlijmscherp messcherp; vlijmscherp
nítido scherp; vlijmend; vlijmscherp glashelder; kristalhelder; puntig; scherp gepunt
parsimonioso scherp; vlijmend; vlijmscherp afgemeten praten; economisch; spaarzaam; star; stijf; strak; verstard; zuinig; zuinigjes
penetrante doordringend; hard; hoog; indringend; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; vlijmend; vlijmscherp beklemmend; bijtende; indringende; indringerig; knellend; nijpend; op afgebeten toon; penetrant; schril; smartelijk; snijdend; stekend
penoso scherp; vlijmend; vlijmscherp akelig; benard; benauwd; beroerd; bezwaarlijk; corpulent; diepdroevig; dik; ellendig; ernstig; gevaarlijk; gevat; gezet; hachelijk; indroevig; kritiek; lastig; lastige; lijvig; met bezwaren; moeizaam; naar; penibel; pijnlijk; risicovol; riskant; rouwig; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; stekend; treurig; uitgeslapen; verdrietig; verdrietig makend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaarlijvig
perspicaz scherp; vlijmend; vlijmscherp bevattelijk; bij de pinken; bijdehand; clever; gis; goedleers; goochem; intelligent

Related Words for "scherp":

  • scherpheid, scherper, scherpere, scherpst, scherpste, scherpe

Synonyms for "scherp":


Antonyms for "scherp":


Related Definitions for "scherp":

  1. met veel peper erin1
    • wat een scherpe smaak heeft deze saus!1
  2. duidelijk of nauwkeurig1
    • op deze scherpe foto kun je haar goed zien1
  3. met spitse punt1
    • heb je ook een scherp potlood?1
  4. onvriendelijk en afkeurend1
    • hij had scherpe kritiek op haar1
  5. slim en gevat1
    • dat was een scherpe reactie!1
  6. zo geslepen dat je er goed mee kunt snijden1
    • pas op, dit mes is erg scherp1

Wiktionary Translations for scherp:

scherp
adjective
  1. goed snijdend

Cross Translation:
FromToVia
scherp sarcástico; cáustico; áspero acrimonious — sharp and harsh
scherp sagaz; perspicaz; agudo acute — sensitive
scherp agudo acute — geometry: of an angle
scherp astringente astringent — sharp, caustic, severe
scherp mordaz mordacious — biting, sharp or caustic in style or tone
scherp acre pungent — having a strong odour
scherp punzante pungent — having a sharp and stiff point
scherp afilado; filoso sharp — able to cut easily
scherp filoso sharp — pointed, able to pierce easily
scherp afilado; agudo; acerbo; acre acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
scherp agrio aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
scherp agudo; afilado aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
scherp afilado coupant — Qui couper.
scherp afilado; agudo; acerbo; acre; sutil; chistoso; ocurrente; ingenioso; fino findélié, menu, mince ou étroit.
scherp incisivo incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
scherp agudo; acerbo; acre mordant — didact|fr Qui mordre.
scherp afilado; agudo perçant — Qui percer, qui pénétrer.
scherp picante piquant — Qui piquer.
scherp afilado; agudo; puntiagudo pointu — Qui se termine en pointe
scherp preciso précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude.
scherp afilado; agudo pénétrant — Qui pénétrer.
scherp afilado; agudo saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
scherp vivo vif — Qui est en vie.
scherp acre; agrio; amargo âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
scherp áspero âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

scherp form of scherpen:

scherpen verb (scherp, scherpt, scherpte, scherpten, gescherpt)

  1. scherpen (wetten; slijpen; aanzetten)
    afilar

Conjugations for scherpen:

o.t.t.
  1. scherp
  2. scherpt
  3. scherpt
  4. scherpen
  5. scherpen
  6. scherpen
o.v.t.
  1. scherpte
  2. scherpte
  3. scherpte
  4. scherpten
  5. scherpten
  6. scherpten
v.t.t.
  1. heb gescherpt
  2. hebt gescherpt
  3. heeft gescherpt
  4. hebben gescherpt
  5. hebben gescherpt
  6. hebben gescherpt
v.v.t.
  1. had gescherpt
  2. had gescherpt
  3. had gescherpt
  4. hadden gescherpt
  5. hadden gescherpt
  6. hadden gescherpt
o.t.t.t.
  1. zal scherpen
  2. zult scherpen
  3. zal scherpen
  4. zullen scherpen
  5. zullen scherpen
  6. zullen scherpen
o.v.t.t.
  1. zou scherpen
  2. zou scherpen
  3. zou scherpen
  4. zouden scherpen
  5. zouden scherpen
  6. zouden scherpen
en verder
  1. ben gescherpt
  2. bent gescherpt
  3. is gescherpt
  4. zijn gescherpt
  5. zijn gescherpt
  6. zijn gescherpt
diversen
  1. scherp!
  2. scherpt!
  3. gescherpt
  4. scherpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for scherpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
afilar slijpen; wegslijpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
afilar aanzetten; scherpen; slijpen; wetten aandoen; aanmaken; aanslijpen; aanzetten; afslijpen; erafslijpen; inschakelen; motiveren; slijpen; spitsen; starten

Wiktionary Translations for scherpen:


Cross Translation:
FromToVia
scherpen afilar sharpen — to make sharp
scherpen afilar whet — hone or rub on with some substance for the purpose of sharpening
scherpen afilar affileraiguiser le tranchant émousser ou ébrécher d’un instrument, lui donner le fil.
scherpen afilar; agudizar aiguiserrendre aigu.

Related Translations for scherp