Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. speelgeld:


Dutch

Detailed Translations for speelgeld from Dutch to Spanish

speelgeld:

speelgeld [het ~] noun

  1. het speelgeld (poule; inzet; pot)
    el bote; la puesta; el plato; la banca

Translation Matrix for speelgeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
banca inzet; pot; poule; speelgeld bankwezen
bote inzet; pot; poule; speelgeld blik; blikje; boot; bus; busje; opbergblik; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; trom; trommel; vaartuig
plato inzet; pot; poule; speelgeld bak; bord; eetbord; etensbak; etensbakje; gerecht; kleiduif; omhulling; schoolbord; schotel
puesta inzet; pot; poule; speelgeld geld inzetten; inzetten; leg

Related Translations for speelgeld