Dutch

Detailed Translations for volkomenheid from Dutch to Spanish

volkomenheid:

volkomenheid [de ~ (v)] noun

  1. de volkomenheid (perfectie; volmaaktheid)
  2. de volkomenheid (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    el estado completo; el todo; la unidad; la totalidad; el total

Translation Matrix for volkomenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
estado completo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
inmejorabilidad perfectie; volkomenheid; volmaaktheid
perfeccionamiento perfectie; volkomenheid; volmaaktheid
perfección perfectie; volkomenheid; volmaaktheid
todo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
total alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid complete som; totaalbedrag; volledige bedrag
totalidad alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid volheid
unidad alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid afdeling; departement; detachement; diskettestation; eenheid; eenvormigheid; eenzelvigheid; gelijkvormigheid; ledemaat; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel; lichaamsdeel; lidmaat; schijfstation; sectie; tak; uniformiteit
ModifierRelated TranslationsOther Translations
todo algeheel; alle; allemaal; alles; compleet; elk; elke; gehele; iedere; kompleet; volkomen; volledig; volslagen
total absoluut; algeheel; compleet; faliekant; finaal; gaaf; grondig; hartstikke; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; kompleet; onverdeeld; totaal; vierkant; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt

Related Words for "volkomenheid":


volkomenheid form of volkomen:


Translation Matrix for volkomen:

NounRelated TranslationsOther Translations
radical radicaal
todo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
total alles; complete som; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaalbedrag; totaliteit; volkomenheid; volledige bedrag; volledigheid; voltalligheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
completo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gedaan; gepleegd; gereed; gevuld; geëindigd; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; klaar; kompleet; onverkort; opgevuld; over; plenair; totaal; uit; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volledig; volstrekt; voltallig; voltooid; volwaardig; voorbij
- absoluut; beslist; volstrekt
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- ongetwijfeld
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
entero geheel getal
ModifierRelated TranslationsOther Translations
a fondo absoluut; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen
completamente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen compleet; faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; totaal; vierkant; volledig; volstrekt; voluit
detenidamente absoluut; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
drástico radicaal; radikaal; volkomen beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; ferm; gedecideerd; ingrijpend; kordaat; krachtdadig; krachtig; resoluut; sterk; vastberaden
enteramente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volstrekt
entero algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; ongebruikt; ongeopend; onverkort; onverzwakt; pas gekocht; puntgaaf; vierkant; volstrekt
hondo degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen diep; hartgrondig; innig; intens
no superficial degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen
por completo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; totaal; vierkant; volledig; volstrekt
profundo absoluut; degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; in het geheel; niet oppervlakkig; totaal; volkomen diep; diepzinnig; hartgrondig; heftig; hevig; indringende; ingrijpend; innig; intens; intensief
radical radicaal; radikaal; volkomen extravagant; extreem links; extremistische; overmatig; radicaal; radicale; week; zwak
radicalmente radicaal; radikaal; volkomen
todo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen alle; allemaal; alles; elk; elke; gehele; iedere
total absoluut; algeheel; compleet; grondig; helemaal; in het geheel; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen compleet; faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; heel; helemaal; intact; integraal; onverdeeld; totaal; vierkant; volledig; volstrekt
totalmente absoluut; algeheel; compleet; grondig; helemaal; in het geheel; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen alleszins; compleet; enenmale; faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; in alle opzichten; totaal; vierkant; volledig; volstrekt

Related Words for "volkomen":


Synonyms for "volkomen":


Antonyms for "volkomen":


Related Definitions for "volkomen":

  1. zonder beperkingen, helemaal1
    • hij heeft volkomen gelijk1

Wiktionary Translations for volkomen:


Cross Translation:
FromToVia
volkomen completo; pleno absolute — complete in itself, fixed
volkomen completamente completely — in a complete manner
volkomen completamente quite — in a fully justified sense; truly
volkomen completo; entero; todo; total; lleno; pleno entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
volkomen enteramente; completamente entièrement — D'une manière entière.
volkomen perfecto parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.