Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. agiteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for agiteren from Dutch to French

agiteren:

agiteren verb

  1. agiteren (in beroering brengen; opstoken; oppoken)
    agiter; attiser; remuer; mettre en émoi; pousser; bouger
    • agiter verb (agite, agites, agitons, agitez, )
    • attiser verb (attise, attises, attisons, attisez, )
    • remuer verb (remue, remues, remuons, remuez, )
    • pousser verb (pousse, pousses, poussons, poussez, )
    • bouger verb (bouge, bouges, bougeons, bougez, )

Translation Matrix for agiteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
agiter agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aan de zwerf zijn; afranselen; beroeren; beven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; iemand toetakelen; omroeren; op en neer bewegen; roeren; rondzwerven; schudden; slingeren; trillen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken; zwerven
attiser agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; iets aanstoken; instigeren; omroeren; opjutten; oppoken; opporren; oprakelen; opstoken; poken; porren; prikkelen; provoceren; roeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toejuichen; toemoedigen; wakker schudden
bouger agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken beroeren; bewegen; in beweging brengen; loshangen; loszitten; manoeuvreren; marcheren; omroeren; roeren; verroeren; zich bewegen; zich verplaatsen
mettre en émoi agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken omroeren; roeren
pousser agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aandrijven; aandringen; aanduwen; aanhouden; aansporen; aanstoten; aanzwiepen; afschrikken; bang maken; dringen; duwen; gedijen; gisten; groeien; groot worden; kiemen; omhoog schieten; omroeren; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; op iets aandringen; opdrijven; opdringen; opduwen; openstoten; opgroeien; opkrikken; opschieten; opschroeven; opschuiven; opwekken; plaats maken; prikkelen; roeren; schuiven; stimuleren; tieren; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; veel doen stijgen; verderhelpen; verplaatsen; verschrikken; verzetten; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortkomen uit; voortschuiven; vooruitbrengen; vooruitduwen; vooruithelpen; wassen; wegjagen
remuer agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken beroeren; bewegen; in beweging brengen; mixen; omroeren; ontroeren; op en neer bewegen; raken; roeren; rondroeren; spartelen; treffen; verroeren

Wiktionary Translations for agiteren:

agiteren
verb
  1. intr|nld onrust stoken
agiteren
Cross Translation:
FromToVia
agiteren baratter churn — agitate rapidly
agiteren émouvoir; agiter agitieren — aufwiegeln, Unruhe stiften