Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beschikken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beschikken from Dutch to French

beschikken:

beschikken [znw.] noun

  1. beschikken (voorschrijven; verordenen; bepalen)
    la prescription; l'impérative; la proclamation

Translation Matrix for beschikken:

NounRelated TranslationsOther Translations
impérative bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
prescription bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven farmaceutisch recept; oplegging; orde; receptuur; regel; regeling; reglement; richtlijn; richtsnoer; voorschrift; wet
proclamation bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven aankondiging; afkondiging; bekendmaking; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uitvaardiging; verkondiging

Related Definitions for "beschikken":

  1. ergens gebruik van kunnen maken1
    • je kunt de hele vakantie over mijn auto beschikken1

Wiktionary Translations for beschikken:

beschikken
verb
  1. beslissen, regelen

Cross Translation:
FromToVia
beschikken fixer; poser appoint — to constitute; to ordain; to prescribe; to fix the time and place of

Related Translations for beschikken