Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. flets:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for flets from Dutch to French

flets:

flets adj

  1. flets (verschoten; bleek; flauw)
  2. flets (mat)
    mat; terne
  3. flets (niet helder; mat; dof)
    mat; blême; vague; terne
  4. flets (bleek; kleurloos)

Translation Matrix for flets:

NounRelated TranslationsOther Translations
vague breker; duister; duisterheid; golf; golfbeweging; golflijn; golving; onduidelijkheid; ondulatie; roller; undulatie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
blafard bleek; flauw; flets; verschoten bleek; bleek van gelaatskleur; doodsbleek; grauw; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; vaal; wit
blémi bleek; flauw; flets; verschoten bleek; pips
blême bleek; dof; flauw; flets; mat; niet helder; verschoten blank; bleek; bleek van gelaatskleur; boosaardig; doodsbleek; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; kleurloos; lijkbleek; lijkwit; mistroostig; morsig; ongekleurd; ongelakt; pips; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; sneeuwwit; somber; spierwit; triest; troosteloos; vaal; verveloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; wit
décoloré bleek; flauw; flets; verschoten grauw; vaal; verveloos
fané bleek; flauw; flets; verschoten bleek; pips; verdord; verlept; verwelkt
flétri bleek; flauw; flets; kleurloos; verschoten armetierig; bleek; kwijnend; pips; verdord; verlept; verwelkt
livide bleek; flauw; flets; verschoten bleek; doodsbleek; grauw; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; vaal; wit
mat dof; flets; mat; niet helder beslagen; dof; flauw; gematteerd; glansloos; grauwkleurig; grijs; mat; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; smakeloos; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zonder smaak; zwijgend
pâle bleek; flauw; flets; kleurloos; verschoten blank; bleek; bleek van gelaatskleur; grauw; ongelakt; pips; vaal; wit; wit van huidskleur
terne bleek; dof; flauw; flets; mat; niet helder; verschoten afstompend; beslagen; boosaardig; daas; dof; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; soezerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; vaal; versuft; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend
vague bleek; dof; flauw; flets; mat; niet helder; verschoten flauw; gedempt; halfluid; mistig; nevelachtig; nevelig; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; onbepaald; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onvast; troebel; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig; wollig
vaguement bleek; flauw; flets; verschoten flauw; flauwtjes; mistig; nevelachtig; onbepaald; onduidelijk; onhelder; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig

Related Words for "flets":


Wiktionary Translations for flets:

flets
adjective
  1. een vale kleur hebbend
flets
adjective
  1. Qui est d’un blanc terne, qui décolorer, parler du visage.