Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gelijkkomen:


Dutch

Detailed Translations for gelijkkomen from Dutch to French

gelijkkomen:

gelijkkomen verb (kom gelijk, komt gelijk, kwam gelijk, kwamen gelijk, gelijkgekomen)

  1. gelijkkomen
    rattraper
    • rattraper verb (rattrape, rattrapes, rattrapons, rattrapez, )

Conjugations for gelijkkomen:

o.t.t.
  1. kom gelijk
  2. komt gelijk
  3. komt gelijk
  4. komen gelijk
  5. komen gelijk
  6. komen gelijk
o.v.t.
  1. kwam gelijk
  2. kwam gelijk
  3. kwam gelijk
  4. kwamen gelijk
  5. kwamen gelijk
  6. kwamen gelijk
v.t.t.
  1. ben gelijkgekomen
  2. bent gelijkgekomen
  3. is gelijkgekomen
  4. zijn gelijkgekomen
  5. zijn gelijkgekomen
  6. zijn gelijkgekomen
v.v.t.
  1. was gelijkgekomen
  2. was gelijkgekomen
  3. was gelijkgekomen
  4. waren gelijkgekomen
  5. waren gelijkgekomen
  6. waren gelijkgekomen
o.t.t.t.
  1. zal gelijkkomen
  2. zult gelijkkomen
  3. zal gelijkkomen
  4. zullen gelijkkomen
  5. zullen gelijkkomen
  6. zullen gelijkkomen
o.v.t.t.
  1. zou gelijkkomen
  2. zou gelijkkomen
  3. zou gelijkkomen
  4. zouden gelijkkomen
  5. zouden gelijkkomen
  6. zouden gelijkkomen
diversen
  1. kom gelijk!
  2. komt gelijk!
  3. gelijkgekomen
  4. gelijkkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelijkkomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rattraper gelijkkomen achteropkomen; inhalen; inlopen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden