Dutch

Detailed Translations for hulde from Dutch to French

hulde:

hulde [de ~ (v)] noun

  1. de hulde (verering; eer)
    l'hommage; la vénération; l'adoration

Translation Matrix for hulde:

NounRelated TranslationsOther Translations
adoration eer; hulde; verering aanbidden; aanbidding; eerbied; eerbiedigen; prijzen; roemen; verafgoding; verering; verheerlijken; verheerlijking; verheffen
hommage eer; hulde; verering aanbidden; eerbetoon; eerbewijs; eerbied; eerbiedigen; huldebetoon; huldeblijk; huldiging; prijs; prijzen; roemen; verering; verheerlijken; verheerlijking; verheffen
vénération eer; hulde; verering aanbidden; aanbidding; achting; eerbied; eerbiedigen; eerbiediging; ontzag; ontzien; prijzen; respect; roemen; verering; verheerlijken; verheerlijking; verheffen

Wiktionary Translations for hulde:

hulde
noun
  1. sentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux.

Cross Translation:
FromToVia
hulde hommage homage — demonstration of respect

hulde form of hullen:

hullen verb (hul, hult, hulde, hulden, gehuld)

  1. hullen (verhullen; maskeren; omhullen; )
    couvrir; cacher; voiler; déguiser; envelopper; dissimuler; masquer; camoufler; couvrir de; envelopper de; se draper dans; se revêtir de
    • couvrir verb (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • cacher verb (cache, caches, cachons, cachez, )
    • voiler verb (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • déguiser verb (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • envelopper verb (enveloppe, enveloppes, enveloppons, enveloppez, )
    • dissimuler verb (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, )
    • masquer verb (masque, masques, masquons, masquez, )
    • camoufler verb (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )
    • couvrir de verb

Conjugations for hullen:

o.t.t.
  1. hul
  2. hult
  3. hult
  4. hullen
  5. hullen
  6. hullen
o.v.t.
  1. hulde
  2. hulde
  3. hulde
  4. hulden
  5. hulden
  6. hulden
v.t.t.
  1. heb gehuld
  2. hebt gehuld
  3. heeft gehuld
  4. hebben gehuld
  5. hebben gehuld
  6. hebben gehuld
v.v.t.
  1. had gehuld
  2. had gehuld
  3. had gehuld
  4. hadden gehuld
  5. hadden gehuld
  6. hadden gehuld
o.t.t.t.
  1. zal hullen
  2. zult hullen
  3. zal hullen
  4. zullen hullen
  5. zullen hullen
  6. zullen hullen
o.v.t.t.
  1. zou hullen
  2. zou hullen
  3. zou hullen
  4. zouden hullen
  5. zouden hullen
  6. zouden hullen
en verder
  1. ben gehuld
  2. bent gehuld
  3. is gehuld
  4. zijn gehuld
  5. zijn gehuld
  6. zijn gehuld
diversen
  1. hul!
  2. hult!
  3. gehuld
  4. hullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hullen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cacher bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; camoufleren; gevoelens verdringen; iemand van de plaats dringen; in omgeving op laten gaan; van alarm voorzien; verbergen; verdringen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegsteken; wegstoppen
camoufler bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
couvrir bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; emballeren; goedmaken; informeren; inpakken; inwikkelen; kaften; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overkappen; overspannen; overtrekken; overwelven; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verpakken; verslag uitbrengen
couvrir de bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren bedelven; begraven; overladen; overstelpen
dissimuler bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; beveiligen; ontveinzen; van alarm voorzien; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen
déguiser bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; andere kleren aantrekken; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; omkleden; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; verstoppen; wegstoppen; woorden verdraaien
envelopper bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren beperken; bijsluiten; bijvoegen; emballeren; indammen; inkapselen; inkleden; inpakken; inpalmen; inperken; insluiten; inwikkelen; limiteren; om het lijf binden; ombinden; omcirkelen; omsingelen; omsluiten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; verpakken; wikkelen
envelopper de bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
masquer bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren verbergen; verkleden; vermommen; verwijderen
se draper dans bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren zwachtelen
se revêtir de bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
voiler bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
OtherRelated TranslationsOther Translations
cacher bedekken; met iets bestrijken

Related Translations for hulde