Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. jeugdigheid:
  2. jeugdig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for jeugdigheid from Dutch to French

jeugdigheid:

jeugdigheid [de ~ (v)] noun

  1. de jeugdigheid (jeugd)
    la jeunesse; la fraîcheur; la vigueur

Translation Matrix for jeugdigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fraîcheur jeugd; jeugdigheid afkoeling; frisheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; nieuwheid; originaliteit; verkoeling; versheid
jeunesse jeugd; jeugdigheid jeugd; jongelui; kinderjaren; kindertijd
vigueur jeugd; jeugdigheid daadkrachtigheid; dapperheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gehardheid; geldigheid; gelding; gestaaldheid; koenheid; kracht; krachtdadigheid; lichaamskracht; moed; onversaagdheid; pittigheid; sterkte; wakker zijn

Related Words for "jeugdigheid":


jeugdig:

jeugdig adj

  1. jeugdig (jong)

Translation Matrix for jeugdig:

NounRelated TranslationsOther Translations
jeune adolescent; jongeman; jongere; jongmens; puber
OtherRelated TranslationsOther Translations
jeune junior
ModifierRelated TranslationsOther Translations
jeune jeugdig; jong halfvolgroeid; halfwas; halfwassen
juvénile jeugdig; jong jongensachtig

Related Words for "jeugdig":

  • jeugdigheid, jeugdiger, jeugdigere, jeugdigst, jeugdigste, jeugdige

Related Definitions for "jeugdig":

  1. wie jong is of jong lijkt1
    • de film is geschikt voor jeugdige kijkers1

Wiktionary Translations for jeugdig:

jeugdig
adjective
  1. jong, fris, onbevangen
jeugdig
adjective
  1. Qui est dans une phase au commencement de sa vie ou de son développement ; qui n’est guère avancé en âge, en parlant des humains, des animaux ou des végétaux.

Cross Translation:
FromToVia
jeugdig jeune young — in the early part of life or growth