Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opzwepen:


Dutch

Detailed Translations for opzwepen from Dutch to French

opzwepen:

opzwepen verb (zweep op, zweept op, zweepte op, zweepten op, opgezweept)

  1. opzwepen (sterk prikkelen; aanzetten)
    propulser; pousser en avant; aiguillonner
    • propulser verb (propulse, propulses, propulsons, propulsez, )
    • aiguillonner verb (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )

Conjugations for opzwepen:

o.t.t.
  1. zweep op
  2. zweept op
  3. zweept op
  4. zwepen op
  5. zwepen op
  6. zwepen op
o.v.t.
  1. zweepte op
  2. zweepte op
  3. zweepte op
  4. zweepten op
  5. zweepten op
  6. zweepten op
v.t.t.
  1. heb opgezweept
  2. hebt opgezweept
  3. heeft opgezweept
  4. hebben opgezweept
  5. hebben opgezweept
  6. hebben opgezweept
v.v.t.
  1. had opgezweept
  2. had opgezweept
  3. had opgezweept
  4. hadden opgezweept
  5. hadden opgezweept
  6. hadden opgezweept
o.t.t.t.
  1. zal opzwepen
  2. zult opzwepen
  3. zal opzwepen
  4. zullen opzwepen
  5. zullen opzwepen
  6. zullen opzwepen
o.v.t.t.
  1. zou opzwepen
  2. zou opzwepen
  3. zou opzwepen
  4. zouden opzwepen
  5. zouden opzwepen
  6. zouden opzwepen
en verder
  1. ben opgezweept
  2. bent opgezweept
  3. is opgezweept
  4. zijn opgezweept
  5. zijn opgezweept
  6. zijn opgezweept
diversen
  1. zweep op!
  2. zweept op!
  3. opgezweept
  4. opzwepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opzwepen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aiguillonner aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; instigeren; motiveren; opdrijven; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
pousser en avant aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanduwen; aanzwiepen; duwen; opdrijven; opschuiven; opstuwen; schuiven; stuwen; voorschuiven; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortschuiven; voortstuwen; vooruitduwen; vooruitschuiven; wegjagen
propulser aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanzwiepen; opdrijven; opstuwen; stuwen; voortbewegen; voortdrijven; voortjagen; voortstuwen; vooruitduwen; vooruitschieten; wegjagen