Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. samenzweren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for samenzweren from Dutch to French

samenzweren:

samenzweren [znw.] noun

  1. samenzweren (komplotteren)
    la conspiration; l'intrigue; l'intrigues

samenzweren verb (zweer samen, zweert samen, zweerde samen, zweerden samen, samengezworen)

  1. samenzweren (samenspannen)
    conspirer; conjurer; comploter
    • conspirer verb (conspire, conspires, conspirons, conspirez, )
    • conjurer verb (conjure, conjures, conjurons, conjurez, )
    • comploter verb (complote, complotes, complotons, complotez, )

Conjugations for samenzweren:

o.t.t.
  1. zweer samen
  2. zweert samen
  3. zweert samen
  4. zweren samen
  5. zweren samen
  6. zweren samen
o.v.t.
  1. zweerde samen
  2. zweerde samen
  3. zweerde samen
  4. zweerden samen
  5. zweerden samen
  6. zweerden samen
v.t.t.
  1. heb samengezworen
  2. hebt samengezworen
  3. heeft samengezworen
  4. hebben samengezworen
  5. hebben samengezworen
  6. hebben samengezworen
v.v.t.
  1. had samengezworen
  2. had samengezworen
  3. had samengezworen
  4. hadden samengezworen
  5. hadden samengezworen
  6. hadden samengezworen
o.t.t.t.
  1. zal samenzweren
  2. zult samenzweren
  3. zal samenzweren
  4. zullen samenzweren
  5. zullen samenzweren
  6. zullen samenzweren
o.v.t.t.
  1. zou samenzweren
  2. zou samenzweren
  3. zou samenzweren
  4. zouden samenzweren
  5. zouden samenzweren
  6. zouden samenzweren
en verder
  1. ben samengezworen
  2. bent samengezworen
  3. is samengezworen
  4. zijn samengezworen
  5. zijn samengezworen
  6. zijn samengezworen
diversen
  1. zweer samen!
  2. zweert samen!
  3. samengezworen
  4. samenzwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for samenzweren:

NounRelated TranslationsOther Translations
conspiration komplotteren; samenzweren complot; gekonkel; intrige; konkelarij; samenspanning; samenzwering
intrigue komplotteren; samenzweren gekonkel; intrige; konkelarij; plot; verwikkeling
intrigues komplotteren; samenzweren gedraai; gekonkel; intrige; intriges; konkelarij; plotten; verwikkelingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
comploter samenspannen; samenzweren complotteren
conjurer samenspannen; samenzweren bidden; smeken; verzoeken; vragen
conspirer samenspannen; samenzweren

Wiktionary Translations for samenzweren:

samenzweren
verb
  1. geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
samenzweren
Cross Translation:
FromToVia
samenzweren conspirer konspirieren — mit dem Gegner gegen Obrigkeiten zusammenarbeiten