Dutch

Detailed Translations for stugheid from Dutch to French

stugheid:


stug:


Translation Matrix for stug:

NounRelated TranslationsOther Translations
rebelle herrieschopper; muiter; oproerkraaier; opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle; rustverstoorder; stokebrand
récalcitrant weigeraar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
d'une façon récalcitrante onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai koppig; onbestuurbaar; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
en rebelle onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
fixe onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bestendig; chagrijnig; definitief; geconcentreerd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; onafgewend; onveranderlijk; permanent; star; strak; van sterk gehalte; vastgesteld; vaststaand; verdiept; verstard
fixement onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai star; strak; verstard
impassible onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bedaard; chagrijnig; emotieloos; gelijkmoedig; gerust; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; kalm; knorrig; koel; koelbloedig; korzelig; koud; liefdeloos; luchthartig; nors; nurks; onaandoenlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onberoerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; ongevoelig; onverschillig; onverschrokken; onverstoord; onverzwakt; rustig; star; strak; verstard; vrijuit; zielloos; zorgeloos
indocile onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onhandelbaar; tegendraads
inflexible onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; koppig; onbuigbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; onwillig; streng; strikt; stringent; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
insoumis onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
insubordonnée onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig
intransigeant onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
inébranlable onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bestendig; ferm; fiks; flink; kordaat; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onomstotelijk; onveranderlijk; onwankelbaar; onweerlegbaar; onwrikbaar; pal; rotsvast; standvastig; stevig; vasthoudend; volhardend
obstiné onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai aanhoudend; bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; voortdurend; weerbarstig
raide onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afgemeten; beschonken; bezopen; chagrijnig; dronken; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; krukkig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbeholpen; onhandig; opgemeten; platzak; schutterig; slungelig; star; stijf; stijfjes; stijve; strak; stram; stroef; stumperig; stuntelig; sukkelig; verstard; zat
rebelle onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai baanbrekend; bokkig; dwars; koppig; onwillig; rebellerend; revolutionair; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
retenu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; geremd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingehouden; ingetogen; kies; koel; stemmig; terughoudend; terughoudende
revêche onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; grimmig; koppig; onwillig; tegendraads; verbeten; weerbarstig; weerspannig
rigide onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai chagrijnig; fel; gestreng; hanig; knorrig; korzelig; met grote juistheid; nauwgezet; niet toegevend; nors; nurks; onvermurwbaar; pinnig; scherp; snibbig; star; strak; streng; strikt; stringent; verstard; vinnig; vlijmend; volgens de regels
récalcitrant onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; ongehoorzaam; ongezeglijk; onhandelbaar; onwillig; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
réservé onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; opzijgezet; stemmig; stil; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zakelijk; zwijgend; zwijgzaam
réticent onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onwillig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
serré onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai beklemd; bekneld; bekrompen; benepen; chagrijnig; dringend; eng; geklemd; kleingeestig; kleinzielig; klemgereden; klemgezet; klemmend; knorrig; korzelig; krap; met spoed; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; smal; smalletjes; spoedeisend; strak; urgent; van geringe breedte
taciturne onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai geheimzinnig; geluidloos; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; stil; stilzwijgend; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
tenace onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai ferm; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; kordaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend
tendu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bespannen; chagrijnig; geconcentreerd; gespannen; gestrekt; gestressd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; opgejaagd; uitgerekt; van sterk gehalte; verdiept
têtu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
à contrecoeur onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; ongaarne; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "stug":


Synonyms for "stug":


Antonyms for "stug":


Related Definitions for "stug":

  1. zonder je af te laten leiden1
    • hij werkt stug door1
  2. niet aardig; niet gemakkelijk1
    • zij gedraagt zich erg stug tegen de vriendin van haar man1

Wiktionary Translations for stug:

stug
adjective
  1. Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
  2. Traductions à trier suivant le sens
  3. Qui ne fléchir pas.

Cross Translation:
FromToVia
stug dur hart — nur mit großem Kraftaufwand verformbar
stug dur; impitoyable; inflexible; insensible hart — nicht von Mitleid, Mitgefühl oder Barmherzigkeit geleitet - derart, dass es an Grausamkeit grenzt.
stug dur; solide; fort hart — mit großer Kraft
stug cassant sprödevon Werkstoffen, Materialien: brüchig, leicht reißend
stug rigide; raide steifunbiegsam, fest, starr
stug raide steifmehr oder weniger medizinisch und nur auf den Körper bezogen: in einzelnen Gelenken oder dem ganzen Körper entweder vorübergehend oder auch dauerhaft wenig beweglich, ungelenk
stug guindé steifin übertragener Bedeutung auf eine Geisteshaltung bezogen: unpersönlich, förmlich, ohne Ausstrahlung und Charisma
stug rigide stiff — of an object, rigid, hard to bend, inflexible