Dutch

Detailed Translations for teneindelopen from Dutch to French

teneindelopen:

teneindelopen verb

  1. teneindelopen (eindigen; aflopen)
    venir à bout de; terminer; tirer à sa fin; s'achever; s'épuiser; venir à expiration

Translation Matrix for teneindelopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
s'achever aflopen; eindigen; teneindelopen afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; ophouden; stoppen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; volbrengen; volmaken; voltooien; voorbijgaan
s'épuiser aflopen; eindigen; teneindelopen jezelf uitputten; opraken
terminer aflopen; eindigen; teneindelopen afdoen; afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; in orde maken; klaarkrijgen; klaarmaken; klaren; ledigen; leegdrinken; leegmaken; naar einde toewerken; opdrinken; ophouden; regelen; stoppen; ten einde dragen; uitdragen; uitdrinken; uitkrijgen; uitspelen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; volbrengen; voldragen; volmaken; voltooien; voorbijgaan
tirer à sa fin aflopen; eindigen; teneindelopen aflopen; eindigen; ten einde lopen
venir à bout de aflopen; eindigen; teneindelopen bolwerken
venir à expiration aflopen; eindigen; teneindelopen