Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. terugdenken:


Dutch

Detailed Translations for terugdenken from Dutch to French

terugdenken:

terugdenken verb (denk terug, denkt terug, dacht terug, dachten terug, dacht terug)

  1. terugdenken
    se souvenir; se rappeler; commémorer; rappeler
    • commémorer verb (commémore, commémores, commémorons, commémorez, )
    • rappeler verb (rappelle, rappelles, rappelons, rappelez, )

Conjugations for terugdenken:

o.t.t.
  1. denk terug
  2. denkt terug
  3. denkt terug
  4. denken terug
  5. denken terug
  6. denken terug
o.v.t.
  1. dacht terug
  2. dacht terug
  3. dacht terug
  4. dachten terug
  5. dachten terug
  6. dachten terug
v.t.t.
  1. heb dacht terug
  2. hebt dacht terug
  3. heeft dacht terug
  4. hebben dacht terug
  5. hebben dacht terug
  6. hebben dacht terug
v.v.t.
  1. had dacht terug
  2. had dacht terug
  3. had dacht terug
  4. hadden dacht terug
  5. hadden dacht terug
  6. hadden dacht terug
o.t.t.t.
  1. zal terugdenken
  2. zult terugdenken
  3. zal terugdenken
  4. zullen terugdenken
  5. zullen terugdenken
  6. zullen terugdenken
o.v.t.t.
  1. zou terugdenken
  2. zou terugdenken
  3. zou terugdenken
  4. zouden terugdenken
  5. zouden terugdenken
  6. zouden terugdenken
en verder
  1. ben dacht terug
  2. bent dacht terug
  3. is dacht terug
  4. zijn dacht terug
  5. zijn dacht terug
  6. zijn dacht terug
diversen
  1. denk terug!
  2. denkt terug!
  3. dacht terug
  4. terugdenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugdenken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
commémorer terugdenken gedenken; herdenken
rappeler terugdenken doen denken aan; herinneren; herroepen; in herinnering brengen; intrekken; memoreren; niet vergeten; onthouden; opnieuw kiezen; terugbellen; terugkomen op; terugnemen; terugroepen
se rappeler terugdenken bedenken; herinneren; memoriseren; niet vergeten; onthouden; te binnen schieten; te binnen vallen; terughalen; terugroepen
se souvenir terugdenken doen denken aan; herinneren; niet vergeten; onthouden