Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitvorsen:


Dutch

Detailed Translations for uitvorsen from Dutch to French

uitvorsen:

uitvorsen verb (vors uit, vorst uit, vorste uit, vorsten uit, uitgevorst)

  1. uitvorsen
    interroger; approfondir; sonder
    • interroger verb (interroge, interroges, interrogeons, interrogez, )
    • approfondir verb (approfondis, approfondit, approfondissons, approfondissez, )
    • sonder verb (sonde, sondes, sondons, sondez, )

Conjugations for uitvorsen:

o.t.t.
  1. vors uit
  2. vorst uit
  3. vorst uit
  4. vorsen uit
  5. vorsen uit
  6. vorsen uit
o.v.t.
  1. vorste uit
  2. vorste uit
  3. vorste uit
  4. vorsten uit
  5. vorsten uit
  6. vorsten uit
v.t.t.
  1. heb uitgevorst
  2. hebt uitgevorst
  3. heeft uitgevorst
  4. hebben uitgevorst
  5. hebben uitgevorst
  6. hebben uitgevorst
v.v.t.
  1. had uitgevorst
  2. had uitgevorst
  3. had uitgevorst
  4. hadden uitgevorst
  5. hadden uitgevorst
  6. hadden uitgevorst
o.t.t.t.
  1. zal uitvorsen
  2. zult uitvorsen
  3. zal uitvorsen
  4. zullen uitvorsen
  5. zullen uitvorsen
  6. zullen uitvorsen
o.v.t.t.
  1. zou uitvorsen
  2. zou uitvorsen
  3. zou uitvorsen
  4. zouden uitvorsen
  5. zouden uitvorsen
  6. zouden uitvorsen
en verder
  1. ben uitgevorst
  2. bent uitgevorst
  3. is uitgevorst
  4. zijn uitgevorst
  5. zijn uitgevorst
  6. zijn uitgevorst
diversen
  1. vors uit!
  2. vorst uit!
  3. uitgevorst
  4. uitvorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitvorsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
approfondir uitvorsen doorgronden; uitdiepen; uitgraven; verdiepen
interroger uitvorsen doorvragen; doorzagen; examineren; interpelleren; ondervragen; overhoren; testen; toetsen; uithoren; uitvragen; verhoren
sonder uitvorsen aftasten; bekloppen; bevoelen; diepte bepalen; diepte loden; doorzoeken; met sonde onderzoeken; meten; opmeten; peilen; polsen; poolshoogte nemen; sonderen; tegen kloppen