Dutch

Detailed Translations for verhouding from Dutch to French

verhouding:

verhouding [de ~ (v)] noun

  1. de verhouding (proportie)
    la proportion
  2. de verhouding (liefdesbetrekking; relatie; liaison; verkering; liefdesrelatie)
    la relation amoureuse; la relation; la romance; l'aventure amoureuse; la liaison; le rapport; l'aventure galante; le flirt; l'histoire d'amour
  3. de verhouding (liaison; relatie; slippertje; avontuurtje; affaire)
    la liaison; la relation
  4. de verhouding (liefdesrelatie; liaison; relatie; affaire)
    la liaison; la relation amoureuse; la relation; le rapports

Translation Matrix for verhouding:

NounRelated TranslationsOther Translations
aventure amoureuse liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering liefdesavontuur; liefdesgeschiedenis; romance
aventure galante liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering liefdesavontuur; liefdesgeschiedenis; romance
flirt liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering behaagzucht; flirt; flirtation; geflirt; gerommel; gescharrel; koketterie; scharrel; scharrelpartijtje; scharreltje; vriendinnetje; vrijage
histoire d'amour liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering liefdesavontuur; liefdesgeschiedenis; romance
liaison affaire; avontuurtje; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding; verkering OLE/DDE-koppeling; aaneenkoppeling; aaneenvoeging; aansluiting; afgesproken ontmoeting; afspraak; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; contact; correlatie; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; koppelen; koppeling; liaison; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag
proportion proportie; verhouding percentage
rapport liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering aankondigen; aansluiting; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; geschiedenis; het gebonden zijn; liaison; liga; link; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relaas; relatie; reportage; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdichtsel; verdrag; verhaal; verhaaltje; verslag; vertelling; vertelsel; weergave
rapports affaire; liaison; liefdesrelatie; relatie; verhouding burgers; gemeenschap; linken
relation affaire; avontuurtje; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding; verkering aansluiting; akkoord; band; bekende; bekende persoon; binding; bond; bondgenootschap; connectie; contact; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; kennis; liaison; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verwantschap
relation amoureuse affaire; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering liefdesavontuur; liefdesgeschiedenis; romance
romance liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
VerbRelated TranslationsOther Translations
liaison koppelen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
liaison koppelen

Related Definitions for "verhouding":

  1. onderlinge betrekking tussen zaken of mensen1
    • de verhouding tussen de chef en de werknemers is prima1

Wiktionary Translations for verhouding:

verhouding
noun
  1. (wiskunde, nld) een verband in de vorm van een breuk tussen getalsmatige grootheden
  2. de betrekking van personen onderling
  3. een intieme, duurzame relatie tussen twee personen
verhouding
noun
  1. (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
  2. rapport et convenance des parties entre elles et avec leur tout.
  3. À trier
  4. dispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.

Related Translations for verhouding