Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verontreinigd:
  2. verontreinigen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verontreinigd from Dutch to French

verontreinigd:

verontreinigd adj

  1. verontreinigd

Translation Matrix for verontreinigd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
pollué verontreinigd vervuild

verontreinigen:

verontreinigen verb (verontreinig, verontreinigt, verontreinigde, verontreinigden, verontreinigd)

  1. verontreinigen (vervuilen)
    polluer; rendre sale; souiller; salir
    • polluer verb (pollue, pollues, polluons, polluez, )
    • souiller verb (souille, souilles, souillons, souillez, )
    • salir verb (salis, salit, salissons, salissez, )

Conjugations for verontreinigen:

o.t.t.
  1. verontreinig
  2. verontreinigt
  3. verontreinigt
  4. verontreinigen
  5. verontreinigen
  6. verontreinigen
o.v.t.
  1. verontreinigde
  2. verontreinigde
  3. verontreinigde
  4. verontreinigden
  5. verontreinigden
  6. verontreinigden
v.t.t.
  1. heb verontreinigd
  2. hebt verontreinigd
  3. heeft verontreinigd
  4. hebben verontreinigd
  5. hebben verontreinigd
  6. hebben verontreinigd
v.v.t.
  1. had verontreinigd
  2. had verontreinigd
  3. had verontreinigd
  4. hadden verontreinigd
  5. hadden verontreinigd
  6. hadden verontreinigd
o.t.t.t.
  1. zal verontreinigen
  2. zult verontreinigen
  3. zal verontreinigen
  4. zullen verontreinigen
  5. zullen verontreinigen
  6. zullen verontreinigen
o.v.t.t.
  1. zou verontreinigen
  2. zou verontreinigen
  3. zou verontreinigen
  4. zouden verontreinigen
  5. zouden verontreinigen
  6. zouden verontreinigen
diversen
  1. verontreinig!
  2. verontreinigt!
  3. verontreinigd
  4. verontreinigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verontreinigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
polluer verontreinigen; vervuilen bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
rendre sale verontreinigen; vervuilen bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
salir verontreinigen; vervuilen afgeven; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; een smet werpen op; kladden; knoeien; morsen; ontluisteren; smerig worden; smetten; vies maken; vies worden; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken
souiller verontreinigen; vervuilen aansteken; bekladden; bemorsen; besmeren; besmetten; besmeuren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; een smet werpen op; infecteren; ontluisteren; vergiftigen; verpesten; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken

Wiktionary Translations for verontreinigen:

verontreinigen
verb
  1. ergens schadelijke en stoffen en vuiligheden inbrengen
    • verontreinigensalir
verontreinigen
verb
  1. Rejeter des produits nocifs dans l’environnement.