Dutch

Detailed Synonyms for ballen in Dutch

ballen:

ballen [de ~] noun, plural

  1. de ballen
    de ballen; de bollen
  2. de ballen
    de testikels; de kloten; de ballen

ballen verb (bal, balt, balde, balden, gebald)

  1. ballen
    ballen; bal spelen

Conjugations for ballen:

o.t.t.
  1. bal
  2. balt
  3. balt
  4. ballen
  5. ballen
  6. ballen
o.v.t.
  1. balde
  2. balde
  3. balde
  4. balden
  5. balden
  6. balden
v.t.t.
  1. heb gebald
  2. hebt gebald
  3. heeft gebald
  4. hebben gebald
  5. hebben gebald
  6. hebben gebald
v.v.t.
  1. had gebald
  2. had gebald
  3. had gebald
  4. hadden gebald
  5. hadden gebald
  6. hadden gebald
o.t.t.t.
  1. zal ballen
  2. zult ballen
  3. zal ballen
  4. zullen ballen
  5. zullen ballen
  6. zullen ballen
o.v.t.t.
  1. zou ballen
  2. zou ballen
  3. zou ballen
  4. zouden ballen
  5. zouden ballen
  6. zouden ballen
diversen
  1. bal!
  2. balt!
  3. gebald
  4. ballende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "ballen":


bal:

bal [de ~ (m)] noun

  1. de bal
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    de voetbal
    de bal
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    • bal [de ~ (m)] noun
      • de kinderen speelden met een bal1
  2. de bal
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    de bal
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    • bal [de ~ (m)] noun
      • de kinderen speelden met een bal1
  3. de bal
    bol wol; de bal
  4. de bal
    – lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt 1
    de bal
    – lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt 1
    • bal [de ~ (m)] noun
      • hij kreeg een schop tegen zijn ballen1

bal [het ~] noun

  1. het bal
    het dansfeest; het bal
  2. het bal
    het gala; het galabal; het bal

bal adj

  1. bal
    – wat bol en rond is 1
    bal
    – wat bol en rond is 1
    • bal adj
      • wie wil er een bal gehakt?1

Related Words for "bal":


Alternate Synonyms for "bal":


Related Definitions for "bal":

  1. rond voorwerp voor spel en sport1
    • de kinderen speelden met een bal1
  2. wat bol en rond is1
    • wie wil er een bal gehakt?1
  3. lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt1
    • hij kreeg een schop tegen zijn ballen1