Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. nieten:
  2. niet:


Dutch

Detailed Synonyms for nieten in Dutch

nieten:

nieten verb (niet, niette, nietten, geniet)

  1. nieten
    nieten; aanhechten; vastnieten
    • nieten verb (niet, niette, nietten, geniet)
    • aanhechten verb (hecht aan, hechtte aan, hechtten aan, aangehecht)
    • vastnieten verb (niet vast, niette vast, nietten vast, vastgeniet)

Conjugations for nieten:

o.t.t.
  1. niet
  2. niet
  3. niet
  4. nieten
  5. nieten
  6. nieten
o.v.t.
  1. niette
  2. niette
  3. niette
  4. nietten
  5. nietten
  6. nietten
v.t.t.
  1. heb geniet
  2. hebt geniet
  3. heeft geniet
  4. hebben geniet
  5. hebben geniet
  6. hebben geniet
v.v.t.
  1. had geniet
  2. had geniet
  3. had geniet
  4. hadden geniet
  5. hadden geniet
  6. hadden geniet
o.t.t.t.
  1. zal nieten
  2. zult nieten
  3. zal nieten
  4. zullen nieten
  5. zullen nieten
  6. zullen nieten
o.v.t.t.
  1. zou nieten
  2. zou nieten
  3. zou nieten
  4. zouden nieten
  5. zouden nieten
  6. zouden nieten
en verder
  1. is geniet
  2. zijn geniet
diversen
  1. niet!
  2. niet!
  3. geniet
  4. nietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

nieten

  1. nieten

Related Words for "nieten":


nieten form of niet:

niet adv

  1. niet
    niet

niet [het ~] noun

  1. het niet
    – geeft ontkenning aan 1
    het niet
    – geeft ontkenning aan 1
    • niet [het ~] noun
      • hij kan niet komen1

Related Words for "niet":


Antonyms for "niet":


Related Definitions for "niet":

  1. geeft ontkenning aan1
    • hij kan niet komen1