Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. omvatten:


Dutch

Detailed Synonyms for omvatten in Dutch

omvatten:

omvatten verb (omvat, omvatte, omvatten, omvat)

  1. omvatten
    omvatten
    • omvatten verb (omvat, omvatte, omvatten, omvat)

Conjugations for omvatten:

o.t.t.
  1. omvat
  2. omvat
  3. omvat
  4. omvatten
  5. omvatten
  6. omvatten
o.v.t.
  1. omvatte
  2. omvatte
  3. omvatte
  4. omvatten
  5. omvatten
  6. omvatten
v.t.t.
  1. heb omvat
  2. hebt omvat
  3. heeft omvat
  4. hebben omvat
  5. hebben omvat
  6. hebben omvat
v.v.t.
  1. had omvat
  2. had omvat
  3. had omvat
  4. hadden omvat
  5. hadden omvat
  6. hadden omvat
o.t.t.t.
  1. zal omvatten
  2. zult omvatten
  3. zal omvatten
  4. zullen omvatten
  5. zullen omvatten
  6. zullen omvatten
o.v.t.t.
  1. zou omvatten
  2. zou omvatten
  3. zou omvatten
  4. zouden omvatten
  5. zouden omvatten
  6. zouden omvatten
diversen
  1. omvat!
  2. omvat!
  3. omvat
  4. omvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for omvatten