Dutch

Detailed Synonyms for opening in Dutch

opening:

opening [de ~ (v)] noun

  1. de opening
    de bres; de opening; het gat
  2. de opening
    de opening; de gleuf; de sleuf; de kier
  3. de opening
    het begin; de opening; de aanvang; de start; de inzet
  4. de opening
    de kloof; de reet; de uitsparing; de inkeping; het gat; de opening; de scheur; het split; de barst; de groef
  5. de opening
    langwerpige uitholling; de gleuf; de opening; de sleuf
  6. de opening
    de opening; de deuropening
  7. de opening
    de kloof; de tussenruimte; de uitsparing; de spleet; de opening

opening [de ~ (v)] noun

  1. de opening
    – ruimte die niet gevuld is 1
    het gat; de opening
    – ruimte die niet gevuld is 1
    • gat [het ~] noun
      • er zit een gat in mijn sok1
    • opening [de ~ (v)] noun
      • je neus heeft twee openingen1
  2. de opening
    – handeling waardoor het niet meer gesloten is 1
    de opening
    – handeling waardoor het niet meer gesloten is 1
    • opening [de ~ (v)] noun
      • de opening van de tentoonstelling1

Related Words for "opening":


Alternate Synonyms for "opening":


Related Definitions for "opening":

  1. ruimte die niet gevuld is1
    • je neus heeft twee openingen1
  2. handeling waardoor het niet meer gesloten is1
    • de opening van de tentoonstelling1