Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate opsnappen

Synonyms for opsnappen in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. opsnappen:

Dutch

Detailed Synonyms for opsnappen in Dutch

opsnappen:

opsnappen verb (snap op, snapt op, snapte op, snapten op, opgesnapt)

  1. opsnappen
    oprapen; oppikken; opsnappen; oppakken
    • oprapen verb (raap op, raapt op, raapte op, raapten op, opgeraapt)
    • oppikken verb (pik op, pikt op, pikte op, pikten op, opgepikt)
    • opsnappen verb (snap op, snapt op, snapte op, snapten op, opgesnapt)
    • oppakken verb (pak op, pakt op, pakte op, pakten op, opgepakt)

Conjugations for opsnappen:

o.t.t.
  1. snap op
  2. snapt op
  3. snapt op
  4. snappen op
  5. snappen op
  6. snappen op
o.v.t.
  1. snapte op
  2. snapte op
  3. snapte op
  4. snapten op
  5. snapten op
  6. snapten op
v.t.t.
  1. heb opgesnapt
  2. hebt opgesnapt
  3. heeft opgesnapt
  4. hebben opgesnapt
  5. hebben opgesnapt
  6. hebben opgesnapt
v.v.t.
  1. had opgesnapt
  2. had opgesnapt
  3. had opgesnapt
  4. hadden opgesnapt
  5. hadden opgesnapt
  6. hadden opgesnapt
o.t.t.t.
  1. zal opsnappen
  2. zult opsnappen
  3. zal opsnappen
  4. zullen opsnappen
  5. zullen opsnappen
  6. zullen opsnappen
o.v.t.t.
  1. zou opsnappen
  2. zou opsnappen
  3. zou opsnappen
  4. zouden opsnappen
  5. zouden opsnappen
  6. zouden opsnappen
diversen
  1. snap op!
  2. snapt op!
  5. opgesnapt
  6. opsnappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0214 seconds
Page rendered in 1.0 seconds