Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. warm:
  2. warmen:


Dutch

Detailed Synonyms for warm in Dutch

warm:

warm

  1. warm

warm adj

  1. warm
  2. warm
    – hartelijk en vriendelijk 1
    warm
    – hartelijk en vriendelijk 1
    • warm adj
      • we werden warm ontvangen bij die familie1
  3. warm
    – met een hoge temperatuur 1
    warm
    – met een hoge temperatuur 1
    • warm adj
      • in de zomer is het vaak warm buiten1

Related Words for "warm":

  • warmer, warmere, warmst, warmste, warme

Antonyms for "warm":


Related Definitions for "warm":

  1. hartelijk en vriendelijk1
    • we werden warm ontvangen bij die familie1
  2. met een hoge temperatuur1
    • in de zomer is het vaak warm buiten1

warm form of warmen:

warmen verb (warm, warmt, warmde, warmden, gewarmd)

  1. warmen
    warmen
    • warmen verb (warm, warmt, warmde, warmden, gewarmd)

Conjugations for warmen:

o.t.t.
  1. warm
  2. warmt
  3. warmt
  4. warmen
  5. warmen
  6. warmen
o.v.t.
  1. warmde
  2. warmde
  3. warmde
  4. warmden
  5. warmden
  6. warmden
v.t.t.
  1. heb gewarmd
  2. hebt gewarmd
  3. heeft gewarmd
  4. hebben gewarmd
  5. hebben gewarmd
  6. hebben gewarmd
v.v.t.
  1. had gewarmd
  2. had gewarmd
  3. had gewarmd
  4. hadden gewarmd
  5. hadden gewarmd
  6. hadden gewarmd
o.t.t.t.
  1. zal warmen
  2. zult warmen
  3. zal warmen
  4. zullen warmen
  5. zullen warmen
  6. zullen warmen
o.v.t.t.
  1. zou warmen
  2. zou warmen
  3. zou warmen
  4. zouden warmen
  5. zouden warmen
  6. zouden warmen
diversen
  1. warm!
  2. warmt!
  3. gewarmd
  4. warmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for warm