Summary


Dutch

Detailed Translations for bank from Dutch to Swedish

bank:

bank [de ~] noun

  1. de bank (zitbank; canapé)
    sittbänk; soffa; slaf
  2. de bank (handelsbank)
  3. de bank (zitbank; zitplaats)
    bänk; sittplats
  4. de bank (bankgebouw)
  5. de bank
    bank

Translation Matrix for bank:

NounRelated TranslationsOther Translations
bank bank bankrelatie
bankbyggnad bank; bankgebouw
bänk bank; zitbank; zitplaats bureau; lessenaar; schoolbank; schooltafel; schrijfbureau; schrijftafel; zetel; zitplaats
handelsbanken bank; handelsbank banken; handelsbanken; wisselbanken
sittbänk bank; canapé; zitbank
sittplats bank; zitbank; zitplaats zetel; zithoek; zitplaats
slaf bank; canapé; zitbank ligbank; rustbank
soffa bank; canapé; zitbank bankstel; canapé; divan; ligbank; rustbank; rustbed; sofa

Related Words for "bank":


Related Definitions for "bank":

  1. meubelstuk voor twee of meer personen1
    • we zaten op een bankje in het park1
  2. waar je geld kunt lenen en sparen1
    • ik breng mijn geld naar de bank1

Wiktionary Translations for bank:


Cross Translation:
FromToVia
bank bank bank — institution
bank bank; bankkontor bank — branch office of such an institution
bank bänk bench — long seat
bank bänk; avbytarbänk bench — sports: where players sit when not playing
bank sparbank thrift — savings bank
bank kassa Kasse — ein Institut
bank bank banquecommerce qui consiste à recevoir des capitaux en compte courant avec ou sans intérêt ; à échanger des effets ou à les escompter avec des espèces, à des taux et moyennant des commissions variables ; à exécuter pour le compte de tiers toutes opérations

Related Translations for bank