Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bewonderen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bewonderen from Dutch to Swedish

bewonderen:

bewonderen verb (bewonder, bewondert, bewonderde, bewonderden, bewonderd)

  1. bewonderen
    beundra; repetera
    • beundra verb (beundrar, beundrade, beundrat)
    • repetera verb (repeterar, repeterade, repeterat)

Conjugations for bewonderen:

o.t.t.
  1. bewonder
  2. bewondert
  3. bewondert
  4. bewonderen
  5. bewonderen
  6. bewonderen
o.v.t.
  1. bewonderde
  2. bewonderde
  3. bewonderde
  4. bewonderden
  5. bewonderden
  6. bewonderden
v.t.t.
  1. heb bewonderd
  2. hebt bewonderd
  3. heeft bewonderd
  4. hebben bewonderd
  5. hebben bewonderd
  6. hebben bewonderd
v.v.t.
  1. had bewonderd
  2. had bewonderd
  3. had bewonderd
  4. hadden bewonderd
  5. hadden bewonderd
  6. hadden bewonderd
o.t.t.t.
  1. zal bewonderen
  2. zult bewonderen
  3. zal bewonderen
  4. zullen bewonderen
  5. zullen bewonderen
  6. zullen bewonderen
o.v.t.t.
  1. zou bewonderen
  2. zou bewonderen
  3. zou bewonderen
  4. zouden bewonderen
  5. zouden bewonderen
  6. zouden bewonderen
diversen
  1. bewonder!
  2. bewondert!
  3. bewonderd
  4. bewonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bewonderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beundra bewonderen aanbidden; adoreren; verafgoden
repetera bewonderen herhalen; oefenen; repeteren

Wiktionary Translations for bewonderen:

bewonderen
verb
  1. bekijken met respect