Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. fout lezen:


Dutch

Detailed Translations for fout lezen from Dutch to Swedish

fout lezen:

fout lezen verb (lees fout, leest fout, las fout, lazen fout, fout gelezen)

  1. fout lezen
    missuppfatta; feltolka; läsa fel
    • missuppfatta verb (missuppfattar, missuppfattade, missuppfattat)
    • feltolka verb (feltolkar, feltolkade, feltolkat)
    • läsa fel verb (läser fel, läste fel, läst fel)

Conjugations for fout lezen:

o.t.t.
  1. lees fout
  2. leest fout
  3. leest fout
  4. lezen fout
  5. lezen fout
  6. lezen fout
o.v.t.
  1. las fout
  2. las fout
  3. las fout
  4. lazen fout
  5. lazen fout
  6. lazen fout
v.t.t.
  1. heb fout gelezen
  2. hebt fout gelezen
  3. heeft fout gelezen
  4. hebben fout gelezen
  5. hebben fout gelezen
  6. hebben fout gelezen
v.v.t.
  1. had fout gelezen
  2. had fout gelezen
  3. had fout gelezen
  4. hadden fout gelezen
  5. hadden fout gelezen
  6. hadden fout gelezen
o.t.t.t.
  1. zal fout lezen
  2. zult fout lezen
  3. zal fout lezen
  4. zullen fout lezen
  5. zullen fout lezen
  6. zullen fout lezen
o.v.t.t.
  1. zou fout lezen
  2. zou fout lezen
  3. zou fout lezen
  4. zouden fout lezen
  5. zouden fout lezen
  6. zouden fout lezen
en verder
  1. is fout gelezen
  2. zijn fout gelezen
diversen
  1. lees fout!
  2. leest fout!
  3. fout gelezen
  4. fout lezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for fout lezen:

NounRelated TranslationsOther Translations
läsa fel verlezen
VerbRelated TranslationsOther Translations
feltolka fout lezen
läsa fel fout lezen
missuppfatta fout lezen

Related Translations for fout lezen