Dutch

Detailed Translations for nadenkend from Dutch to Swedish

nadenkend:


Translation Matrix for nadenkend:

NounRelated TranslationsOther Translations
kvickt stroomversnelling
tänkande denkwerk; gemijmer; gepeins; hoofdarbeid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
begåvad bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen
begåvat bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
fyndigt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
förståndig bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
klokt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bevattelijk; geniaal; gis; goedleers; preuts; raadzaam; rationeel; redelijk; schrander; slim; snugger; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip
kvick bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig dra; eerstdaags; gauw; gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spoedig; uitgeslapen; weldra
kvickt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig alert; gevat; oplettend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wakker
talangfull bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
talangfullt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
tankfullt in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend
tänkande in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend

nadenkend form of nadenken:

nadenken verb (denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)

  1. nadenken (prakkiseren; peinzen; piekeren)
    tänka; tycka; fundera; grubbla; ruva
    • tänka verb (tänker, tänkte, tänkt)
    • tycka verb (tycker, tyckte, tyckt)
    • fundera verb (funderar, funderade, funderat)
    • grubbla verb (grubblar, grubblade, grubblat)
    • ruva verb (ruvar, ruvade, ruvat)
  2. nadenken (overpeinzen; beschouwen; overdenken; )
    betänka; fundera över; besinna; överväga
    • betänka verb (betänker, betänkte, betänkt)
    • fundera över verb (funderar över, funderade över, funderat över)
    • besinna verb (besinnar, besinnade, besinnat)
    • överväga verb (överväger, övervägde, övervägt)

Conjugations for nadenken:

o.t.t.
  1. denk na
  2. denkt na
  3. denkt na
  4. denken na
  5. denken na
  6. denken na
o.v.t.
  1. dacht na
  2. dacht na
  3. dacht na
  4. dachten na
  5. dachten na
  6. dachten na
v.t.t.
  1. heb nagedacht
  2. hebt nagedacht
  3. heeft nagedacht
  4. hebben nagedacht
  5. hebben nagedacht
  6. hebben nagedacht
v.v.t.
  1. had nagedacht
  2. had nagedacht
  3. had nagedacht
  4. hadden nagedacht
  5. hadden nagedacht
  6. hadden nagedacht
o.t.t.t.
  1. zal nadenken
  2. zult nadenken
  3. zal nadenken
  4. zullen nadenken
  5. zullen nadenken
  6. zullen nadenken
o.v.t.t.
  1. zou nadenken
  2. zou nadenken
  3. zou nadenken
  4. zouden nadenken
  5. zouden nadenken
  6. zouden nadenken
diversen
  1. denk na!
  2. denkt na!
  3. nagedacht
  4. nadenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nadenken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
besinna bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen
betänka bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen bezinnen; op het oog hebben
fundera nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren in gedachten verzonken zijn; mijmeren; plussen
fundera över bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen
grubbla nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bouderen; diep nadenken; een pruillip trekken; in gedachten verzonken zijn; mijmeren; plussen; pruilen
ruva nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren vastroesten
tycka nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren menen; van mening zijn
tänka nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bedoelen; beogen; plussen; ten doel hebben; van plan zijn
överväga bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen afwegen; bekijken; beraadslagen; beraden; beschouwen; consideren; iets overwegen; kunnen doodvallen; op het oog hebben; overdenken; overleggen; overwegen; wikken en wegen
- denken; peinzen

Synonyms for "nadenken":


Related Definitions for "nadenken":

  1. je hersens laten werken1
    • zonder erbij na te denken gaf hij antwoord1

Wiktionary Translations for nadenken:


Cross Translation:
FromToVia
nadenken tänka över think — to ponder, to go over in one's head
nadenken begrunda; besinna; betänka; övertänka réfléchir — À trier
nadenken drömma songer — (vieilli) voir en songe, rêver.