Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. voorschrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voorschrijven from Dutch to Swedish

voorschrijven:

voorschrijven [znw.] noun

  1. voorschrijven (beschikken; verordenen; bepalen)
    ordnat

voorschrijven verb (schrijf voor, schrijft voor, schreef voor, schreven voor, voorgeschreven)

  1. voorschrijven (gebieden; gelasten)
    föreskriva; diktera; förestava
    • föreskriva verb (föreskriver, föreskrev, föreskrivit)
    • diktera verb (dikterar, dikterade, dikterat)
    • förestava verb (förestavar, förestavade, förestavat)
  2. voorschrijven (gelasten; bevelen; gebieden; dicteren)
    beställa; ordna
    • beställa verb (beställer, beställde, beställt)
    • ordna verb (ordnar, ordnade, ordnat)

Conjugations for voorschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf voor
  2. schrijft voor
  3. schrijft voor
  4. schrijven voor
  5. schrijven voor
  6. schrijven voor
o.v.t.
  1. schreef voor
  2. schreef voor
  3. schreef voor
  4. schreven voor
  5. schreven voor
  6. schreven voor
v.t.t.
  1. heb voorgeschreven
  2. hebt voorgeschreven
  3. heeft voorgeschreven
  4. hebben voorgeschreven
  5. hebben voorgeschreven
  6. hebben voorgeschreven
v.v.t.
  1. had voorgeschreven
  2. had voorgeschreven
  3. had voorgeschreven
  4. hadden voorgeschreven
  5. hadden voorgeschreven
  6. hadden voorgeschreven
o.t.t.t.
  1. zal voorschrijven
  2. zult voorschrijven
  3. zal voorschrijven
  4. zullen voorschrijven
  5. zullen voorschrijven
  6. zullen voorschrijven
o.v.t.t.
  1. zou voorschrijven
  2. zou voorschrijven
  3. zou voorschrijven
  4. zouden voorschrijven
  5. zouden voorschrijven
  6. zouden voorschrijven
diversen
  1. schrijf voor!
  2. schrijft voor!
  3. voorgeschreven
  4. voorschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voorschrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
ordnat bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven ordenen; schikken
VerbRelated TranslationsOther Translations
beställa bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven aanrukken
diktera gebieden; gelasten; voorschrijven dicteren; een brief dicteren; ingeven
föreskriva gebieden; gelasten; voorschrijven
förestava gebieden; gelasten; voorschrijven
ordna bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven afspreken; archiveren; arrangeren; bedisselen; bewaren; classificeren; iets op touw zetten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; opbergen; opslaan; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; reglementeren; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ordnat bewerkstelligd; geordend; georganiseerd; gerangschikt; geregeld; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt

Related Definitions for "voorschrijven":

  1. het als regel of opdracht geven1
    • de dokter heeft hem bedrust voorgeschreven1

Wiktionary Translations for voorschrijven:


Cross Translation:
FromToVia
voorschrijven befalla; påbjuda commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général).
voorschrijven ansöka; bedja; fråga; spörja; anmoda demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
voorschrijven föreskriva; ordinera prescrire — Ordonner, marquer précisément ce qu’on veut qui soit fait.