Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. worden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for worden from Dutch to Swedish

worden:

worden verb (word, wordt, werd, werden, geworden)

  1. worden
    bli
    • bli verb (blir, blev, blivit)

Conjugations for worden:

o.t.t.
  1. word
  2. wordt
  3. wordt
  4. worden
  5. worden
  6. worden
o.v.t.
  1. werd
  2. werd
  3. werd
  4. werden
  5. werden
  6. werden
v.t.t.
  1. ben geworden
  2. bent geworden
  3. is geworden
  4. zijn geworden
  5. zijn geworden
  6. zijn geworden
v.v.t.
  1. was geworden
  2. was geworden
  3. was geworden
  4. waren geworden
  5. waren geworden
  6. waren geworden
o.t.t.t.
  1. zal worden
  2. zult worden
  3. zal worden
  4. zullen worden
  5. zullen worden
  6. zullen worden
o.v.t.t.
  1. zou worden
  2. zou worden
  3. zou worden
  4. zouden worden
  5. zouden worden
  6. zouden worden
diversen
  1. word!
  2. wordt!
  3. geworden
  4. wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bli worden betamen; ontstaan; passen; voortkomen

Related Definitions for "worden":

  1. beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn1
    • het wordt koud buiten1
  2. geeft aan dat iemand iets ondergaat1
    • hij wordt geslagen1

Wiktionary Translations for worden:


Cross Translation:
FromToVia
worden -s; bli be — used to form the passive voice
worden bli become — to begin to be
worden förkyld; bli catch a cold — to suffer from cold
worden konkret; ta form concrete — solidify
worden bli get — become
worden bli; bliva devenircommencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.

Related Translations for worden